29 October 1931 300 heeft men dit zakelijk besproken. Den vorigen keer werd de indruk gewekt, dat deze zaak moest worden weggewerkt, doch dat gaat niet meer. Wil de meer- derheid dat in het vervolg blijven doen, dan zal spre- ker zich daartegen blijven veizetten, doch op een andere wijze als dit in de vorige raadsvergadering gebeurde, dat was slechts een voorproefje. Spreker wil, dat aan de belangen van de arbeiders, die hij hier in het bijzonder en boyen die der andere cate- goriën behartigt, alle aandacht wordt geschonken. De Voorzitter heeft wel gezegd, dat de Raad hier is uit- geschakeld, maar dat is niet waar. De besfaande ver- ordening zegt, dat de Raad geen besluiten kan nemen, maar de Raad kan daarom wel een wenschelijkheid naar voren brengen. De Voorzilter zegt, daartoe ook de gelegenheid te hebben geboden. De heer Disselkoen merkt op, dat toch woordelijk in het prae advies staat dat het niet op den weg van den Raad ligt om met meerderheid van stemmen aange- nomen uitspraken aan Maafschappelijk Hulpbetoon toe te zenden. Spreker blijft echter vasthouden aan zijn meening dat de Raad moties kan aannemen. De heer Van Unen zegt, dat het tusschen den heer Disselkoen en hem een spel van misverstanden is. Misschien besfaat er aan beide zijden wel een mis- verstand. De armenwet, waaraan deze aangelegenheid ten grordslag ligt, bevat een maferie, die zeer moeilijk valt te begrijpen. Er is dan ook geen enkel gemeente- bestuur in Nederland, dat niet eens kwestie over deze wet heeft. Spreker leest artikel 30 van de Armenwet voor, waarin staat dat het bestuur van de burgerlijke instelling en bij gebreke daarvan Burgemeester en Wethouders, op het verzoek om ondersteuning be- slissen. Hij is ook van meening, dat de Raad geen normen kan vasfstellen. Dan is verder gevraagd, hoe de Raad er achter kan komen, wat Maafschappelijk Hulpbetoon doet en in antwoord daarop wil spreker wijzen op artikel 28 van het Reglement op den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon, waarbij de Secretaris- Penningmeester verplicht is aan Burgemeester en Wet- houders alle inlichtingen, die zij verlangen, te geven. Spreker heeft veider geen zin om in te gaan op het sprookje van de arbeidsschuwheid. Spreker wijst er evenwel op, dat de heer Disselkoen niet moet zeggen d?t de werkgevers niet willen laten werken. De werk- gevers willen niets liever dan laten werken, zelfs al

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 15