29 October 1931
301
zouden zij hun winst gedeellelijk of geheel moeten
prijsgeven. Maar als aan de industrie geen werk ge-
vraagd wordt m. a. w. als er geen opdracliten zijn,
hoe moet men dan bijvoorbeeld die 2600 menschen
die in dienst zijn van de industrie, waaraan spreker
is verbonden, aan het werk houden Dan heeft de
heer Disselkoen verder opgemerkt, dat hier vanavond
op een zoo veel aangenamer toon is gesproken, omdat
er vanavond zooveel meer aandacht aan dit onderwerp
is geschonken dan de vorige maal, toen den indruk
werd gevestigd, dat er geen belangstelling voor was.
Spreker heeft zich over die opmerking verwonderd,
want hij heeft nog nooit gemerkt dat hier niet vol'
doende aandacht werd geschonken aan een belangrijk
onderwerp. Er is liier dan ook steeds aandacht ge-
schonken aan de belangen der werkloozen. omdat er
hier voor alle calegoriën belangstelling bestaat en niet
zooals bij den heer Disselkoen, die zeide, zich niet
met andere categoriën te bemoeien. Spreker hoopt,
dat dit spel van misverstanden ten goede zal leiden
en dat Maatschappelijk Hulpbetoon rekening zal hou-
den met de hier naar voren gebrachte wenschen.
De heer Van den Heuvel vindt het moeilijk om met
den heer Disselkoen te debatteeren, omdat hij de
woorden verdraait. Spreker heeft niet gesproken over
arbeidsschuwen, doch heeft alleen gezegd dat de mo-
gelijkheid bestaat dat men met 2 dagen per week te
werken soms meer kan verdienen dan met een ge-
heele week te werken en daarmede verdwijnt dan de
prikkel tot werken. Dit nu vergt een zedelijke kracht,
die niet verondersteld mag worden, aanwezig te zijn,
doch daarmede is niets gezegd ten nadeele van wien'
ôok In geen enkele gemeente echter, ook niet daar
waar de S.D.A.P. aan het roer is, is het inogelijk,
dat men meer kan verdienen met een heele week niet
te werken en steun te trekken, dan met 2 dagen te
werken. Het is dan ook totaal verkeerd om met steun
boven het loon uit te komen, De heer Disselkoen
heeft zich hierin vergist en toen hij die vergissing
inzag, zeide hij, dat zoo'n enkel buitenkansje onder
de tegenwoordige omstandigheden toch niet zoo
vreeselijk was. Doch, zoo redeneerende, kan men
natuurlijk altijd wel gelijk hebben. Spreker zegt ten-
slotte, dat in het praeadvies volkomen juist is opge-
merkt, dat individueele wenschen naar voren mogen
worden gebracht. Met mofies kan men de wereld
toch ook niet regeeren. Spreker is dan ook tegen