29 October 1931 303 ging en is straks zeker niet wijzer dan toen de de- batten begonnen De heer Ds Boer zegt, zijn taak als Voorzitter van de Werkloosheidscommissie te hebben vervuid, door n.l. advies te hebben uifgebracht aan Burgemeester en Wethouders. Spreker dankt voor de vriendelijke woor- den in het verzoek van den Centralen Bond neerge- legd en voor die op de openbare vergadering en ook hier gesproken. Spreker vindt het echfer onjuist dat de meening is verkondigd, dat Burgemeester en Wet- houders dit adres van zich hebben willen afschuiven. Voordat de heer Disselkoen in den Raad kwam is het Reglement op den Dienst voor Maatschappelijk Hulp- betoori door den Raad vastgesteld, terwijl de heer Disselkoen toch zelf gezegd heeft, dat dit reglement nog zoo slecht niet is. Wanneer de heer Disselkoen laat voelen dat die of die partij wat meer voelt voor de nooden van de werkloozen, dan wil spreker wel dit zeggen, dat hij altijd ondervonden heeft, wanneer het over belangrijke aankoop van terreinen ging, dat die menschen, welke de heer Disselkoen voor reactio- nair zal houden, niet op de eerste plaats vroegen „wat verdienen wij er aan", doch „wat hebben de werkloozen er aan". De heer Van der Linden zegt, dat de heer Dissel- koen hem wel gevraagd heeft, om een voorstel te doen, doch spreker mist het recht daartoe. Hij heeft destijds al gezegd, dat het hem spijt, dat een werklooze is aangewezen op steun en dat het natuurlijk veel beter zou zijn, indien hij aan werk kon worden geholpen. Bovendien is spreker er van overtuigd, dat de veel- zijdige samenstelling van „Maatschappelijk Hulpbetoon" een absolute waarborg is voor de juiste behartiging van de belangen der werkloozen. De heer Disselkoen heeft verder de vrees geuit dat werkverruiming door particulieren in de hand zal werken, dat „op een koopje" zal worden gewerkt, doch met het oog op de bepalingen van het collectief contract behoeft daar- voor toch geen angst te bestaan. Voorts heeft de heer Disselkoen uit naam van alle arbeiders een aanval gedaan op de beziltende klasse. Spreker moet den lieer Disselkoen echter het recht ontzeggen, om na- mens alle arbeiders te spreken, want er is ook nog een groep arbeiders die zich laat leiden door het Evangelie en die privaat bezit erkent. De heer Dr. Droog, Wethouder, heeft uit de debat- ten de conclusie getrokken, dat de Raad naar het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 18