29 October 1931
315
wanueer het noodig is en daarbij is ook op zuiniglieid
aangedrongen.
De heer De Boer vraagt of dit eigenlijk wel noodig
was. Als de openbare scholen het voorbeeld geven,
dan moeten de bijzondere toch vanzelf volgen.
De Moorzitier zegt, dat dit ten aanzien van de
kosten voor onderhoud wel juist is, maar hier de
stichting en inrichting worden bedoeld.
Ue heer Rijkes zegt, dat de Voorzitter hem nog
met heeft bewezen, dat de gemeente verplicht is om
deze uitgave fe doen. Misschien is het aardig, dat het
hek op één lijn komt te staan, daaruit volgt echter
nog geen verplichting. Spreker heeft in een K. B.
van 2ö October 1927 gelezen dat dergelijke werk-
zaamheden niet voor rekening van de gemeente zijn,
tenzij het betreft een terrein voor Iichamelijke oefe'
ning.
De Voorzitter leest daarop de eerste zinsnede van
artikel 11 voor.
De heer Rjkes vraagt of die school dan niet goed
gefunctioneerd heeft, toen dat hek daar nog niet stond
Aan de hand van artikel 72 kan deze verandering
echter niet voor rekening der gerneente gebeuren en
dan kan men het sfraks voor particulieren ook wel
doen.
De heer Dr.Droog} Wethouder, merkt op, dat het
hier wel degelijk de verandering van de inrichting
befreft, waarover art. 72 spreekt.
De heer De Tello merkt op, dat de heer Rijkes bij
Gedeputeerde Staten in beroep kan gaan, als de Raad
het crediet toestaat.
De heer Rijkes merkt op, dat hij van dit recht ook
zeker gebruik zal maken. Spreker vraagt of Burgemees-
fer en Wethouders tevoren kunnen vragen of het juisf ge-
zien is, dat hier art. 72 der L.O. wet niet van toepassing is.
De Voorzitter anfwoordt hierop dat niet verwacht
kan worden dat Gedeputeerde Sfaten zich hierover
vooraf uitspreken.
De lieer Disselkoen noenit de opmerking van den
heer Rijkes nogal steekhoudend maar de meening van
Burgemeester en Wethouders geeft ook steun.
De heer Van Unen zegt, dat men vooral niet iets
onaardigs moet zien in het voorgenomen beroep.
De heer Ihr. van de Poll, Wethouder, wijst nog op
de coulance van het Kerkbestuur, dat geen taxatie
van den grond heeft gewild.
De heer De Boer zegt, voor het voorstel van Bur-
gemeester en Wethouders te zullen stemmen, omdat