24 November 1931
334
naar het denkbeeld van den heer Van der Erf om
het aantal leden der Commissies uit te breiden en de
oerei erkla ing van iurgemeester en Wethouders om
daartoe een voorstel te doen. In het begin van de
nieuwe zittingsperiode drongen een aantal leden van
de mkerzijde om dezelfde reden aan op uitbreiding
van liet aantal leden der raadscommissiën. De voor-
stellers kregen toen nul op het request en raak ook
Spreker ziet dan ook in het denkbeeld van den heer
Vrn der Erf, hoewel hij er overigens veel voor kan
gevoelen, een kleine inconsequentie. Hij zou dan ook
graag willen vernemen, waarom Burgemeester en
Wethouders en de heer Van der Erf nu wel zijn
voor de uitbreiding van deze Commissie tot een breedere
basis.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat hij het niet
over uitbreiding heeft gehad doch alleen heeft gezegd,
dat in het algemeen een wijziging van de verordening
gewenscht is.
De heer Van L/nen merkt op, dat de Voorzitter er
îoch voor kon gevoelen om een mannetje meer in de
Commissie te benoemen en daaruit volgt toch wel,
dat Burgemeester en Wethouders zich op dit punt
aan het bekeeren zijn.
De heer Dr. Droog, Wethouder, is van meening,
dat de heer Van Utien zich te gauw verheugt over
een bekeering van Burgemeester en Wethouders. Spreker
ziet ook de wenschelijkheid van uitbreiding der Com-
inissie met een lid-werknemer in, omdat er momen-
îee! in de Commissie 3 werkgevers en 2 werknemers
zijn. Tengevolge van die uitbreiding zou het dan een
pariteits commissie zijn en daar zou spreker veel voor
gevoelen. Bij de uitbreiding der raadscommtssiën ging
het over 3 of 4 leden. Er had toen reeds een uit-
breiding plaats gehad tot 3 leden en toen wilde men
weer verder gaan met de uitbreiding, waardoor de
commissies zouden komen te bestaan uit een Voorzit-
ter, 4 leden, waaraan toegevoegd het hoofd van den
betrokken tak van dienst en een secretaris te samen
7 personen en dat om aan bepaalde wenschen tege-
moet te komen. Hier betreft het echter een redelijke
aanvulling.
De heer De Boer is het nog niet eens met alle
sprekers. Hij kan voor uitbreiding der commissie ge-
voelen maar niet op den door Wethouder Dr. Droog
aangegeven grond. Spreker zegt dat de heer Dissel-
koen reeds zoo vriendelijk was om hem een onpar-