24 November 1931
350
Anderzijds, zegt spreker, past ook de vraag, of dat
gedeelte van de meerderheid van het collerge van
Burgemeester en Wethouders bere'd is de consequcn-
ties te trekken uit de verwerping van het advies dat
deze meerderheid in strijdmethet rechtsch karakter
van het college aan den Raad heeft durven geven.
Voorts wil spreker ook even zijn aandacht schenken
aan de zakelijke en. principieele zijde van dit vraagstuk.
Het behoeft wel geen betoog, merkt spreker op, dat
de principieele behandeling van dit vraagstuk door
zijn partij, zooals dit het geval is bij alle zaken, waar-
aan een principe ten grondslag ligt, wordt toegejuicht,
Dit kan immers ten allen tijde verhelderend werken
en zuivering brengen in de politieke tegenstellingen
vooral in een vergadering als deze.
Wanneer men hier eohter alleen maar op een
principieele behandeling van vraagstukken prijs stelt
als er wat van de arbeiders is af te halen, zooals dit
vccrstel van den, heer van Unen c s. beoogt en men is
zoo schroomvallig om hijvoorbeeld de principieele uit-
spraak in den Raad te doen, dat de werkloozen kinder-
toeslag er bij krijgen, wil spreker wel zeggen, dat hij
aan een dergelijke ,,principe-reiterij" niet meedoet.
Buitendien zegt spreker, altijd gewend te zijn, vooral
in de gemeente-politiek aan practische politiek te doen
en als hij dan uit dit oogpunt het voorstel van den
Vrijheidsbond en den neutralen heer Vring bekijkt, dan
kcmt dit eigenlijk alleen neer op de invoering van een
verslechtering van het loon van het gemeentepersoneel
en dat nog wel voor die groepen, die op de allerlaatste
plaats voor een verslechtering in aanmerking komen.
Spreker is van meening, dat het nog wel eventjes een
verschil maakt of men voor den stap staat al of niet
kindertoeslag als loonstelsel in te voeren, of dat men
al'een maar voor het feit staat dit af te schaffen. In
het eerste geval zou het betreffen, de loonen en sala-
rissen van het gemeentepersoneel in zijn algemeenheid
te bezien en te beoordeelen hoe hoog die salarieering
zcu moeten zijn met of zonder 'kinderbijslag. Dit is
thans echter niet aan de orde.
Voor sommige heeren moge de afschaffing van den
kindertoeslag een principieel rekensommetje zijn van
de stemverhouding in dezen raad n.l. 8 voor en 7 tegen,
maar voor de groote gezinnen van een deel der
Heemsteedsche bevol'king is dat heelemaal geen aardig
rekensommetje. De gezinnen, die zich financieel en
economisch op een levenspeil hebben ingesteld, worden