24 November 193!
354
echter niet kwalijk nemen, dat hij het in ket ver-
v°Ig mct nieer zoo serieus zal nemen met de principes
van de S.D.A.P., als zij daarmede zoo gemakkelijk
kunnen scharrelen.
Spreker zal op de woorden van den heer De Tello
verder niet ingaan, hoewel men daaruit niet moet
concludeeren, dat dit komt uit een soort dépit, dat
zijn voorstel er niet zal komen. Aan het adres van
den heer De Roer wil spreker nog zeggen, dat de
liberalen inderdaad voor den belastingaftrek zijn,
maar dat is ook geheel iets anders. Die vergelijking
gaat echter geenszins op, want de belastingaftrek
werkt generaal en als dit ook gebeurde bij den kin-
clertoeslag in den vorm van een rijkskinderfonds, zou
hij ook daartegen geen bezwaar hebben.
De heer Van der Erf wil nog dit opmerken, dat men
ioch werkelijk niet moet denken, dat het den kin-
uertoeslag zooals deze hier gegeven wordt alle zorgen
worden weggenomen. Neen, daardoor wordt slechts
een gedeelte van de te groote zorg weggenomen. Op
de pertinente vragen van den heer De Tello zal spre-
ker niet te diep ingaan, omdat hij geen ruggespraak
met zijn fractie heeft kunnen houden. Wat betreft de
politieke consequenties die voortvloeien uit de hou-
ding van den christeiijk-historischen wethouder wil
spreker wel zeggen, dat die zeker een punt van over-
weging bij hem heeft uitgemaakt en deze zal zeker
bij de eerstvolgende gelegenheid invloed op zijn hou-
ding uitoefenen, dat staat bij hem vast. Wethouder
v. d. Poll heeft er wel een secretaris van de partij
bijgehaald en daardoor beweert, dat hij niet over één
nacht ijs is gegaan, doch spreker noemt dat ijs niet
heel sterk. Het partij programma van de C. H. Unie
is op dit punt toch wel heel duideiijk. Ook met de
opvattingen over de loonen moet spreker met den
W'ethouder van de Poll van inzicht blijven verschillen
en daarom vindt de R.K. fractié, dat op rechtvaar-
digheids- en billijkheidsgronden tegemoet moet wor-
den gekomen aan de onvoldoende loonen voor de
groote gezinnen. Wethouder v. d. Poll heeft den heer
De Tello wel verweten, dat hij zich er uit heeft willen
draaien, doch spreker zou die woorden eerder op
den Wethouder zelf van toepassing willen verklaren.
Dan heeft de Voorzitter nog gesproken over het meer
ideale rijks- en gemeentefonds. Spreker kan de mee-
ning volkomen onderschrijven, dat dit inderdaad een
idealer oplossing zou zijn, maar men moet met beide