24 November 1931
330
konit. Spreker is het met het adres geheel eens, in-
derdaad, men moet op andere middelen zinnen en
recht op den man af gaan. Dit wetsontwerp zooals
het er ligt is niet goed, maar van den anderen kant
is het niet noodig, dat alle gemeenten nu weer moties
gaan aannemen. Er is een Vereeniging met een be-
stuur, dat zeer algemeen is samengesteld en in alge-
rneene lijnen heeft aangegeven dat de voorgestelde
melhode niet juist is. De gemeente is Iid van deze
Vereeniging, die dus ook uit Iraar naam adresseert
en met den inhoud van dat adres gaat spreker accoord.
Hij is echter tegen den voim van een motie.
De heer Rijkes zou den voorstellers van de motie ook
in overweging willen geven, om deze motie in te
trekken, aangezien degemeente lid is van de Vereeniging
van Nederlandsche Gemeenten.
De Moorzitter meikt op, dat Burgemeester en Wet-
houders reeds te kennen hebben gegeven, dat zij den
inhoud van het adres zeer juist vonden. Zij kunnen
dan ook geenszins de wijze waarop men de uilkee-
lingen aan de gemeente wil knotten, waardeeren en
zijn het met drn structuur en den geest van het wets-
ontwerp niet eens. Aangezien de gemeente echter lid
is van die Vereeniging, die de belangen dezer gemeente
steeds op zeer goede wijze heeft behartigd, zou het
dan eerst in de lijn liggen orn haar stem te laten
hooren, wanneer zij het met den inhoud van dat adres
niet eens was. Maar om nu hoera te roepen, nu de
gemeente het er wel mee eens is, acht spreker or-
ganisatorisch niet juist. Dit adres is zeer gtobjectief
en spreker kan er dan ook niet voor gevoelen om
buiten dit adres nog eens een bepaalde uitspraak te
doen of pressie op het landsbestuur uit te oefenen.
Men weet nu reeds voldoende, dat de gemeente het
met den inlioud van het adres eens is.
De heer Disselkoen geeft toe, dat het in het alge-
meen genomen gaat, zooals men het uiteengezet heeft.
Als het bestuur van een organisatie iets gaat doen en
de leden zwijgen verder, is dit inderdaad een bewijs,
dat de leden met zulk een plan instemmen. Mier is
echter een bijzonder geval aanwezig, omdat deze Veree-
niging is samengesteld uit verschillende lichamen. het
besiuur heeft geen overleg kunnen plegen met zijn
leden, en daarom staat het dan ook niet vast, dat
alle leden het met den inhoud van dat adres eens zijn.
Het lijkt spreker echter voor beide partijen onplezierig,
om tegen de motie te stemmen als men het met den
