29 December 1931
395
De Voorzitter verwijst naar het rapport van de
Financieële Commissie, waaruit blijkt dat de meer-
derheid van die Commissie zich me't de voorgestelde
wijziging van de begrooting kan vereenigen, terwijl
de minderheid zich daartegen verzet, omdat het
ontwerp-besluit tot het verleenien van een verhoogd
crediet voor Groenendaal eerst nu aan het oordeel
van de Commissie wordt onderworpen, nu de uit-
gaven reeds zijn gedaan. Ten opzichte van de ont-
werp-begrooting voor den gemeerjtei'i]ken dienst voor
Maatschappelijk Hulpbetoon heeft de Financieële
Commissie geen bedenkingen en adviseert zij tot
goedkeuring daarvan.
De heer Van Unen noemt dit punt van meer gewicht
Er dreigde in October een overschrijding van een be-
paalde post van de .begrooting en met prijzerswaardigen
ijver vestigde het Hoofd van den Dienst van Openbare
VC'erken de aandacht van Burgemeester en Wethouders
daarop. Spreker had graag gezien, dat het College
everï tijdig den Raad had gewaarschuwd. Spreker
hoopt, d-at bij de nieuwe begrooting, die met veel
mceite zal worden gemaakt, een vaste lijn zal worden
gevolgd.
De heer üissetkcen acht d-a gang van zaken buiten-
gewoon ernstig. Het betrokken Hoofd van den Dienst
heeft tijdig gewaarschuwd en sindsdien is er een ver--
gadering van de hinancieele Commissie en zijn er twee
raadsvergaderingen geweest, Burgemeester en Wet-
houders hebben het oogenschijnlijk niet noodig geoor-
deeld om den Raad hun budgetrecht te doen uitoefcnsn,
Spreker begrijpt heel goed, dat de begrooting wel eers
zcnder schuld overschreden moet worden, doch in dit
geval zou spreker toch wel eers graag willen hooren,
hoe - Burgemeester en Wethouders hun houding
mctiveeren,
De heer Er. Droog, Wethouder, erkent, dat Burge-
meester en Wethouders op dit punt niet zoo actief
zijn geweest, De oorzaak van de vertraging is hierim
gelegen dat Burgemeester en Wethouders nog eens
a.an^ het Hocfd van den Dienst van OperJbare Werken
hebben gevraagd of deze credietverhooging wel juist
was. Misschier. is daar nog wel een raadsvergadering
over heen gegaan, maar, zegt spreker, heelemaal in
orde is het niet.
De heer Dhselkoen zegt hierop, wel eems een minder
rondborstig antwoord van Burgemeester en Wethou-
ders te hebben gekregen. Spreker hoopt dat het College