29 December 1931
398
oyer deze zaak graag een uitspraak van den Raad
willen hebben. Hij, betreurt het, dat aan dien plaats-
vervanger niet meer aandacht is geschonken en zegt
nogmaals graag te zien, dat een dergelijke aangele-
genheid even in de commissie ter sprake werd ge-
bracht.
De heer Van Unen maa'kt uit het antwoord van den
Vcorzitter op, dat het onder het personeel van het
bedriji een beetje duf is. Duffe menschen moeten er
echter uit want die deugen niet voor de financiën
van he't bedrijf, Hoe het ook zij, een nieuwe man
brengt geen frisschen geest in een corps, als er iets
niet in orde is, dan moet er een frissche wind door -
heen waaien. Of heeft de Directeur zich vergist?
De heer De Tello merkt op, dat de goed bedoelde
verdediging door den Voorzitter niet het effect heeft,
wat hij daarvan verwacht zal hebben. Spreker zou
verder willen vragen of er in het Bedrijf een situatie
is, die niet in orde is. Dan zou het de zaak van den
Raad zijn, om daarin verandering te brengen.
De heer Van den Heuvel meent, dat de Raad zich
na de mededeelingen van den Voorzitter niet verder
met deze zaak moet bemoeien. De Raad moet zicii
niet met de leiding van het bedrijf gaan bemoeien.
De heer Meeuwenoord herhaalt zijn vraag of het een
werklooze is, die hier benoemd is.
De Vocrzitter aniwoord't hierop ontkenner.'d, Spreker
zegt vervolgens dat er geen bepaalde plaatsvervanger
is. Toch zit er aan dit baantje meer vast dan men
denkt en spreker is gaarne bereid een en ander in
de eerstvolgende commissievergadering toe te lich-
ten. Men heeft ten onrechte de conclusie uit zijn
woorden getrokken, dat er onder het geheele per-
scneel van het bedrijf een minder frissche geest is.
Persverslag raadsuergaderingen
De heer Vun Unen merkt op, dat de Raad er zich
ïn het algemeen nie't aan hoeft te storen wat de pers
over zijn werk zegt. Maar hierop wil spreker toch
een uitzondering maken omdat in een bepaald plaat-
selijk blad de opmerking is gemaakt als zou de
V corzittei', wetende, dat een paar tegenstanders van
afschaffing van kindertoeslag er niet zouden zijn
dit onderwerp in behandeling hebben genomen.
Dit is een absoluut verkeerde voorstelling van zaken
en zooiets kan men van den Burgemeester zeker niet
verwachten. Hiermede is tevens het prestige van den
n
e
D'
13)
Oa)
Ob)
Oc)
Od)
52)
83)
93)