28 Januarï 1932
Commissie. Deze kosten worden in rekening gebracht
naar den productieprijs, hetgeen echter nog niet de
kostprijs beteekent. Ook zijn de hooge exploitatiekos-
ten van het water ter sprake gebracht, waarvan de
inkoop 6 cts. en de verkoop 24 cts. per M3 bedragen.
Inderdaad is dit een heele afstand, Spreker stelt zich
voor in de eerstvolgende vergadering van de Bedrijven-
Commissie een nauwkcurige anaiyse der uitgaven te
vrao-en bijvoorbeeld van de kosten per 100 M3 watei.
Mochten er afwijkingen zijn, dan moeten die iangs
dien weg voor den dag komen. De opmerkmg, dat
de verliesposten te hcog zijn, kan spreker deelen,
hoewel hij in de laatste vergadering van de Commissie
aan de hand der jaarverslagen dank heeft gebracht aan
de Directie, omdat men in dit opzicht toch wel den
goeden kant opgaat. Spreker was dus wel tevreden,
maar nog niet voldaan.
Ook heeft de heer Disselkoen het een en ander
naar voren gebracht over de recognitiën. Dit is een
teer punt, waarover spreker ook graag iets zou willen
zeggen. In het College van Burgemeester en Wethou-
ders bestaat over die kwestie een meerderheid en een
minderheid. Spreker zou den Raad willen verwijzen
naar de discussies die daarover bij de behandeung
van de begrooting voor het jaar 1931 hebben plaats
Bij een ingesteld onderzoek is gebleken, dat er veei
gemeenten zijn waar een recognitie geheven wordtdie
men ook daar als een vaste bron van inkomsten be-
schouwd. Dif idee dateert uit den tijd, toen de ge-
meente voor de exploitatie van haar bediijven een
concessionnaris kende. Toen werd door de gemeente
een bedrag gevorderd voor iederen strekkenden meter
buis een bedrag dat als het ware door den pachter
werd betaald aan de gemeente als grondeigenaresse
De p-emeente die thans zelf de bedrijven exploiteert
neemt nu hierbij het standpunt in, dat als ei bijv.
met de gasfabriek iets gebeurd, alle ingezetenen ver-
bruiker of geen verbruiker verantwoordelijk zijn en
daarom worden er.door de gemeente eenige eischen
gesteld in den vorm eener recognitie.
Over de door den heer Disselkoen gemaakte op-
merkingen omtrent het Grondbedrijf kan spreker wenug
mededeelen, aangezien hij geen lid is van de Commissie
van het Grondbedrijf. Ook is het den Raad bekend,
dat hij niet onsympathiek staat tegenover de mtbreiding
van de Raadscommisiën.