volkshuisvesting, Spreker kan den heer Vring de ver-
zekering geven, dat zoolang hij lid zal zijn van het
College van Burgemeester en Wethouders dit een
ernstig punt van bespreking zal uitmaken De heer
Vring kent het standpunt van den Vnjheidsbond, die
zegt dat eene goede huisvesting als een onschatbare
factor voor de verheffing van het zedelijk peil van het
volk moet worden geacht.
Aan den heer Van den Heuvel, die de opmerking
maakte, dat de winst per hoofd van de bednjven met
oroot is, zou spreker willen antwoorden, dat dit komt,
cmdat (îe kapitaallast der bedrijven te hoog is. Er kan
zelfs bijna geen geld af voor reserveering De reserve
van het waterleidingbedrijf bedraagt slechts 11511.
die van het electriciteitsbedrijf f 864.—. Dat er meerdere
gemeenten zijn, die hoogere winsten maken îs volko-
men iuist; het voorbeeld van Amsterdam met haar
winst van f 20.— per hoofd is inderdaad waar, doch
zoover is men hier voorloopig nog lang niet, bovendien
mag men Amsterdam en Heemstede niet rnet elkander
vergeliiken. Per 1000 M2 grond oppervlakte heeft men
in Amsterdam beduidend meer aansluitingen dan in
0 î*rist^^ct e
Hiermede zegt spreker te meenen de verschillende
sprekers te hebben beantwoord.
De heer Van Unen merkt op, dat de heer Dissel-
koen spreker's waarschuwing, om toch vooral de noo-
dige voorzichtigheid bij het gemeentebeheer te betrach-
ten wel eenigszins anders uitlegt, dan spreker bedoelu
heefl De heer Disselkoen meent toch, dat spreker veel
te somber in zijn opvatting omtrent den financieelen
toestand van Heemstede is, doch spiekei heett met
bepaald een somberen, dan wel een voorzichtigen toon
laten hoorenen voorzichtigheid acht hij zeer zeker
noodig. ln de debatten is gezegd dat we hier met
duur ziin, maar wanneer spreker ziet dat we en aan
onderwijs ên aan de wegen in de laatste acht jaren
ongeveer f 1.000.000.— ten koste hebben gelegd, dan
noemt hij dit toch niet bepaald goedkoop. Spreker wil
echter niet in het reactionnaire hoekje gezet worden
omdat hij voorzichtig is.
Met genoegen heeft spreker gehoord dat ook de
heer Van der°Erf het gemeentebeheer in 't algemeen
duur noemt. Spreker kan zich voorstellen dat de heer
Dîsselkoen het een bezwaar acht dat hij in de raads-
stukken zoo weinig ziet van de verrichtingen van het
Grondbedrijf, maar spreker zou het toch ook verkeerd