29 Januari 1932
80
faarwedden Wethouders.
Bij volgnr. 196 vraagt de heer Disselkoen of naar
*Reeni"g van Burgemeester en Wethouders de iaar-
wedden van de Wethouders voldoende zijn om hun
taak naar behooren te kunnen volbrengen.
De Voorzitter antwoord hierop, dat het voor de
Wethouders moeilijk is om deze vraag te beantwoorden.
Uit jaar stellen zij echter geen prijs op verhooginc
van hun jaarwedden.
De heer Disselkoen merkt op, dat dit geen antwoord
is op zijn vraag, doch dankt den Voorzitter voor
diens formeel antwoord op spreker's formeele vraag.
Dit volgnummer wordt vervolgens ongewijzigd vast-
gesteid.
Jaarwedden ambtenaren e.a.
Bij volgnr. 200 maakt de heer Van Unen de op-
merking, dat in de Financieële Commissie de perso-
neelsbezetting bij de verschillende diensten ter sprake
is gebracht. De Commissie heeft Burgemeester en Wet-
houders verzocht om over die bezetting, die spreker
m het algemeen in omvang wat rijkelij'k groot noemt
mhchimgen te verschaffen, zulks in vergelijking met
rnet den toestand in soortgelijke andere gemeenten als
Heemstede. Het daarop door Burgemeester en Wet-
houders gegeven antwoord maakt de discussie over
dit onderwerp echter wel moeilijk. Spreker twijfelt niet
aan de goede resultaten, die met het tegenwoordige
personeel worden bereikt, doch vraagt zich af, of die
ook niet bereikt zouden kunnen worden met minder
personeel. Tot op zekere hoogte is het antwoord van
Burgemeester en Wethouders af. Spreker wil niet zeggen
aat de personeels kosten te hoog zijn, maar wel heeft
hij den mdruk gekregen, dat zij zeker niet te laag zijn.
Hij zou echter wel willen verzoeken aan Burgemeester en
Wethouders om zich bij iedere uitbreiding van het vaste
corps in dezen tijd af te vragen of die uitbreiding met
een tikje harder werken niet kan worden voorkomen.
De heer De Boer sluit zich hierbij volkomen aan.
De Voorzitter merkt op, dat Burgemeester en Wet-
houders er bij voorkomende gelegenheden werkelijk
we| op letten of de uitbreiding van het personeel noodig
is. Zij stellen heusch geen personeel aan, omdat het
wel aardig staat, een groot corps te hebben. Rei-Ie-
mentaire voorschriften dwingen echter om het perso-