29 Januari 1932 113
De heer Rijkes, tijdelijk Wethouder, merkt op, dat
het karakter van deze vereeniging en van de door den
heer De Boer bedoelde vereeniging wel eenigzins uit-
eenloopt. Deze Vereeniging is een neutrale Vereemging
waar 81 kinderen werken, terwijl er 100 aanvragen
zijn. Zij vraagt niet naar de richting, die de kinderen
zijn toegedaan en daarom is kameraadschappelijke sa-
menwerking mogelijk. Daaraan willen de liberalen
medewerken.
De heer Van der Erf acht deze laatste opmerking
niet zoo bevorderlijk voor het slagen van dit voorsteb
Het gaat er niet om of die vereeniging neutraal ot
niet neutraal is; zij streeft een goed doel na en daar-
om is spreker voor die subsidie.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, op hetstand-
punt te staan, bij het verleenen van subsidie niet te
zien naar neutraal of niet neutraal. Wanneer een groote
groep ingezetenen in een Vereeniging een algemeen
belang voorstaat en de aanvrage voldoet aan de voor-
waarden, die daaraan gesteld behooren te worden,
terwijl bovendien de Vereeniging zelf alles gedaan
heeft om aan geldmiddelen te komen, dan is spreker
in het algemeen bereid om subsidie te verleenen. Hij
heeft reeds gezegd, dat Burgemeester en Wethouders
bereid zijn, om de Vereeniging aan compost te helpen,
doch zij kunnen er niet toe overgaan, om nu bovendien
nog f 100.— extra subsidie te geven.
Hierna wordt het voorstel van Mevrouw Venluuzen
om het subsidie met f 100.— te verhoogen en mitsdien
te brengen op f 500.in stemming gebracht en aan-
genomen met 9—3 stemmen.
Vôôr het voorstel stemden de heeren Jonckbloedt,
Meeuwenoord, De Tello, Disselkoen. Vring Mevrouw
Venhuizen, de heeren Van der Erf, Van der Linden
en Rijkes, tijdelijk Wethouder.
Tegen het voorstel stemden de heeren Van Unen.
De Boer en Wethouder Dr. Droog.
Uitgaven voor Volksfeesten.
Bij volgnr. 433 zegt de heer De Tello over het al-
gemeen den post subsidie aan Koninginnedag niet toe
te juichen, omdat hij hierin geen belang ziet voor de
gemeentenaren. Spreker wil met deze sobere toehchting
volstaan, aangezien hij deze aangelegenheid niet van
dien aard acht, om er diepzinnige discussies over te
houden.