29 Januari 1932
115
De heer Van der Linden merkt op, dat hij altijd tegen
het verleenen van subsidie aan de H.O.V. is geweest
Äls men dit subsidie wil verleenen, omdat deze Ver-
eeniging hier in deze streek ligt, dan zou mcn ook
wel schouwburgen e.d., buiten de gemeente gelegen,
kunnen subsidieeren. Met verbazing heeft spreker
van den heer Disselkoen gehoord, dat hij de subsidies
aan de plaatselijke Vereenigingen, wil intrekken.
waar de heer Disselkoen gisteren zelf heeft gezed,
dat subsidies aan Vereenigingen, die een cultureele
taak vervullen, zijn volste instemming hebben. Hij zou
willen vragen of de plaatselijke muziekvereenigmgen
dan geen cultureele taak vervullen. De leden brengen
hun vrijen tijd op hoogstaande wijze door. bpreker
wijst in verband hiermede nog op de concerten m
Groenendaal, op de feesten, die zij met hun bezoek
opluisteren, de optochten e.d. De subsidies aan deze
Vereenigingen worden dan ook wel degelijk goed
gebruikt en spreker zal er zeker niet toe medewer-
ken, deze te doen intrekken.
De heer Van der Erf wil volkomen het nutvan de
plaatselijke Vereenigingen onderschrijven. Utschoon
spreker vroeger tegen het subsidie van de H.U V
was, is hij daarover thans toch anders gestemd, omdat
hij er zich van heeft laten overtuigen, dat de H.U.V.
staa't of valt met de subsidies van de omliggende
gemeenten, voor wie het bestaan van een dergelijk
corps wel degelijk van belang is. Verschillende be-
lastingbetalers zullen er door getrokken worden.
Spreker moet er zich echter van onthouden om meer
subsidie te verleenen, dan thans op de begrootmg
staat uitgetrokken. Ten aanzien van de stichung
van een gemeentelijk Concertgebouw moet spreker
zich aan zijn bezwaren houden, omdat hij daarin geen
gemeentelijk belang ziet.
Do heer Meeuwenoord hoopt, dat de bestaande
muziekvereenigingen hier niet te laag beüteld zullen
worden; hun prestaties staan op tamehjk hoog peil.
Spreker acht het bestaan van deze vereenigingen
van belang voor de ingezetenen. Deze vereenigingen
treden echter ook buiten de gemeente op en dikwijls
met groot succes, hetgeen toch ook zeker waarde
heeft voor de gemeente. Ten aanzien van de stichhng
van een gemeentelijk gebouw vreest spreker sterk
ccncurrentie met de stad, terwijl hij zich daaren-
boven afvraagt of een dergelijk gebouw het geheele
jaar rendabel is te maken.