1932 tot en met 1941 /8500.— 85000
1942 1951 „8000.— 80000,-
1952 1961 „5000,- 50000,-
1962 1971 „3500.- 35000,-
Totaal /250000,—
de gemeente is bevoegd na 15 Maart 1937
telken jare op den len December een extra
bedrag, alsook het geheele overblijvende bedrag
der leening af te lossen, mits van het voorne-
men om daartoe over te gaan drie maanden te
voren aan de Pensioenfondsen schriftelijk is
kennis gegeven; bij eene zoodanige buitenge-
wone aflossing zal de gemeente van het bedrag
dat extra wordt afgelost eene vergoeding van
één ten honderd betalen.
de betaling der rente zal halfjaarlijks plaats
hebben op den len Juni en den len December
naar den voormelden rentevoet.
alle betalingen krachtens dit besluit zijn ver-
schuldigd en de Gemeente zal in gebreke
zijn door het enkel verloop van den bepaalden
termijn zonder dat daarvoor eene waarschu-
wing of ingebrekestelling noodig is. Bij nalatig-
heid in de betaling van rente of aflossing zal
door de Gemeente over het bedrag daarvan
en over den tijd der nalatigheid eene vergoe-
ding verschuldigd zijn, berekend tegen zeven
ten honderd 's jaars.
het Pensioenfonds blijft geheel vrij, om, indien
eenige rente- of aflossingstermijn niet op den
bepaalden tijd mocht worden voldaan, alle zoo-
danige maatregelen te nemen tot behoud van
hare rechten of verhaal van hare vorderingen
als de wet te harer beschikking stelt en het
Pensioenfonds noodig of nuttig zullen voor-
komen.