23 Februari 1932
135
langen van de werkloozen te behartigen, dan ze op
te warmen tot hun eigen ondergang en spreker zal
zelf wel weten, hoe dit te doen. Ook spreker zal
hierop in het vervolg niet iederen keer meer terugkomen.
Hij heeft reeds de vorige rnaal gezegd, dat hij in ge-
meenzaam overleg zal trachten te bereiken wat noodig
is.
De Voorzittcr stelt voor thans de beraadsiaging te
besluiten en brengt de motie van den heer Disselkoen
vervolgens in stemming. Deze motie wordt verworpen
met 11-2 stemmen.
Vöör de motie stemden de heeren Disselkoen en
De Tello.
Tegen de motie stemden de heeren Meeuwenoord,
Van Unen, Van der Erf, Mevrouw Venhuizen, de
heeren De Boer, Jonckbloedt, Van der Linden, Van
den Heuvel, Moen en de Wethouders Dr. Droog en
Rijkes.
III. Onderzoek geloofsbrief A. P. Audretsch.
De Vergadering kan er zich mede vereenigen, dat
als leden der Commissie van Onderzoek worden aan-
gewezen de heeren Van Unen, Jonckbloedt en Moen.
De Voorzitter schorst de Vergadering en stelt de
betrekkelijke stukken in de handen der Commissie, die
onmiddellijk tot het onderzoek daarvan overgaat.
Na heropening der Vergadering wordt door de heer
Van Unen als rapporteur, aan de Vergadering mede-
gedeeld, dat zij de stukken heeft onderzocht en in
orde bevonden en mitsdien adviseert tot toelating van
heer A. P. Audretsch als lid van den Raad.
Hiertoe wordt besloten.
IV. Herstemming over hei onder volgno. 287 der
uitgave van de begrooting voor het dienstjaar 1932
voorgedragen sabsidiebedrag van f 100.— aan het
Kmisverbond „St. /ozef".
De heer Van den Heuvel zegt, bij de Algemeene
Beschouwingen gelegenheid te hebben gehad zijn
standpunt ten aanzien van de subsidie uiteen te zetten.
Het is dus bekend op welken grond spreker zijn stem
aan dit subsidie niet kan geven, hoewel liet hem spijt
dat dit dan het eenige subsidie is, dat niet wordt
toegestaan. Hij is tegen dit subsidie, omdat hij van
oordeel is, dat de gemeente niet de taak heeft om