23 Februari 1932 125 niet den indruk krijgen, dat dit weggedeelte een ach- terhoek van de gemeente betreft. Honderden scholieren passeeren dagelijks dezen weg omdat zij daardoor de belemmeringen van de stad kunnen vermijden, terwijl anderen dit weer doen om aan de verkeerscontrôle te ontkomen. Spreker wil met zijn vragen geenszins den schijn wekken, Burgemeester en Wethouders verantwoordelijk te stellen voor de onge- lukken die op dit weggedeelte hebben plaats gehad, want er zijn natuurlijk nog heel wat andere factoren die op verkeersongelukken van invloed zijn, dan de gesteldheid van den weg. Volgens spreker's meening moeten de ongelukken daar ter plaatse aan de volgende omstandigheden worden toegeschreven. Op de eerste plaats aan de gesteldheid van het wegdek, waardoor bij neerslag en nevel groot slipgevaar ontstaat en waarvoor gewaarschuwd zou kunnen worden door een kennisgeving van de A.N.W.B. „slipgevaar bij vochtig weer". Vervolgens glijden verschillende wagens weg, omdat volgens deskundig oordeel het wegprofiel rond is gesteld. Bovendien schuilt hierin een gevaar, dat men bij iets te ver uit- halen, terecht komt in een bermgedeelte, dat niet in orde is en waardoor men alle kans loopt, in het water terecht te komen, Een behoorlijke walbeschoeiïng zou dit gevaar belangrijk doen verminderen en in verband met de aanhangige autobusplannen, wil spreker hier bijtijds op wijzen. Tenslotte schept de verlichting een eigenaardige situatie. De verlichting is daar n.l. zoo slecht dat de tram met koplichten rijdt en ook de auto's volop licht moeten geven, hetgeen zeer gevaarlijk is. Spreker zou in overweging willen geven, om op be- doeld weggedeelte eenige booglampen te plaatsen, hetwelk geen overdreven eisch kan worden genoemd. Concludeerende stelt spreker de navolgende vragen 1. Hebben Burgemeester en Wethouders kennis ge- nemen van den aard en omvang der eikaar opvolgen- de verkeersongevallen aan en in de Leidschevaart tusschen de Zandvoortschelaan en Asterbrug 2. Achten Burgemeester en Wethouders het oirbaar, in verband met de veiligheid van het aldaar steeds toenemende verkeer, het genoemde weggedeelte in zijn huidigen toestand te handhaven 3. Indien vraag 2 in ontkennenden zin beantwoord wordt, zijn Burgemeester en Wethouders dan bereid onverwijld die maatregelen voor te stellen, die leiden tot verbetering van wegdek en wegprofiel, alsmede

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1932 | | pagina 4