27a 28 April 1932 Wethouders, na ingewonnen schriftelijk advies van een door hen aan te stellen deskundige. 2. Burgemeester en Wethouders stellen op grond van die schatting den aanslag vast en brengen deze onmiddellijk ter kennis van den belanghebbende. Artikel 7. 1. Tegen den aar.slag in het vergunningsrecht kan de belanghebbende bezwaren inbrengen overeenkomstig het bepaalde in artikel 299 der Gemeentewet. 2. Indien bij onherroepelijk geworden beslissing de aanslag is verminderd, wordt het te veel betaalde binnen een maand aan den belanghebbende terugge- geven. 3. Indien bij onherroepelijk geworden beslissing de aanslag is verhoogd, wordt het bedrag vôör het einde van het vergunningsjaar betaald. Artikel 8. Indien de houder van eene vergunning bij schriftelijke, door hem onderteekende, verklaring afstand doet van de Vergunning, worden van het bepaalde vergunnings- vecht aan den vergunninghouder op zijn verzoek zoo- veel vierden teruggegeven, als het aantal kwartalen bedraagt, waarin van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt. Gelijke teruggave geschiedt aan de rechtverkrijgenden, indien de vergunninghouder over- lijdt en het bedrijf niet ingevolge artikel 27, tweede lid, der Drankwet 1931, Stbl. 476 wordt voortgezet; indien de overschrijving van de akte der vergunning ten name van den overlevenden echtgenoot of een der kinderen van den overleden vergunninghouder na 30 April wordt geweigerd en deze vöör dien dag het vergunningsrecht heeft betaald, alsmede indien het besluit, waarbij de vergunning is verleend, door de Kroon is vernietigd. Artikel 9. De invordering van het vergunningsrecht geschiedt overeenkomstig de verordening op de invordering van heden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1932 | | pagina 5