26 Mei 1932 235 die post, die op f40.000.— is geraamd, staat. De kosten voor Maatschappelijk Hulpbetoon hebben in de eerste 4 maanden f 31.500.bedragen. In totaal is deze post geraamd op f 72.000.zoodat mag worden aangenomen dat deze post een tekort zal resulteeren van rond f 22.000.—als de uitgaven over het 2de, 3de en 4de kwartaal gelijk zullen zijn aan die over het lste kwartaal. Daar komt nu reeds f 13.000.— bij, zoodat het tekort dan al f 35.000.— zal bedragen. Op zichzelf genomen vindt spreker dit niet zoo heel erg, als het maar niet in verband moest worden gebracht met hetgeen in de vorige vergadering ter sprake is gekomen. In die vergadering n.l., heeft Wethouder Jhr. van de Poll, naar aanleiding van het voorstel om de 3 pCt. korting te verhalen op het personeel, mede- gedeeld, dat dit niet noodig was, omdat de post on- voorziene uttgaven die korting wel kon dragen. Nu biijkt, dat op die post slechts f 4000,— over is. Als men dit voorstel niet wilde aanvaarden, had men het niet moeten bestrijden met de mededeeling, dat er nog voldoende geld aanwezig was op de post „onvoorziene uitgaven". Spreker wif niet terugkomen op hetgeen gepasseerd is, doch dit wijst toch wel op een te lichte kijk op de posten van de begrooting. Voorts merkt spreker op, dat hij het toejuicht dat er zooveel mogelijk gedaan wordt voor werkverschaffing, doch het spijt hem anderzijds laatst geconstateerd te hebben dat er aan de Dreef kennelijk gewerkt wordt uitsluitend om meer geld te krijgen dan de steun geeft. Er werd daar door een deel der arbeiders met met voldoenden ijver gewerkt en spreker hoopt dat de an- deren mee zullen werken om dit te voorkomen. De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, merkt op, dat het rekensommetje van den heer Van Unen indei - daad juist is. In de vorige vergadering heeft spreker echter cijfers gegeven over het eerste kwartaal en juist in de laatste maand is door Maatschappelijk Hulpbe- toon beduidend veel meer uitgegeven. Men mag echter verwachtten dat de zomermaanden wat opluchting ge- ven, terwijl het aan den anderen kant is gebleken, dat in ândere posten wel eenige speling is. De heer De Tello heeft als toelichting op verschil- lende posten gelezen „deze aanvulling wordt noodig geacht". In het vervolg zou spreker echter wel gaarne het „hoe en waarom" van deze verhoogingen willen weten. Behalve in de Commissie voor het Georganiseerd Overleg heeft hij geen zitting in de Commissies van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1932 | | pagina 29