26 Mei 1932 236 den Raad, zoodat hij langs andere wegen öp de hoogte moet worden gebracht. Hij kan dan ook in het ver- volg niet maar zonder meer accoord gaan met die overschrijdingen. Voorts heeft hem de blaam, die de heer Van Unen op de werkverschaffing meende te moeten werpen, onaangenaam getroffen. Het is waar- lijk geen pretje om daarbij geplaatst te worden, doch nog onaangenamer is het om na oppervlakkige beschou- wing klachten daarover te hooren. Het gaat niet aan om een dergelijke zaak eenzijdig te beschouwen. Beter ware het geweest dat de heer Van Unen eerst andere leidende instanties met zijn klachten in kennis had gesteld. De heer Disselkoen is ook buitengewoon onaange- naam getroffen door die opmerking van den heer Van Unen. Spreker neemt aan dat zij op zichzelf juist is, doch heeft de heer Van Unen daar 3 minuten of 48 uur staan kijken Heeft hij den verantwoordelijken Wethouder of het hoofd van den Dienst voor Openbare Werken of den voorman daarop attent gemaakt? De wijze waarop de heer Van Unen deze opmerking maakte, is beneden de standing van dit raadslid, zegt spreker. De heer Van der Erf merkt op, dat beide partijen hebben vergeten, in aanmerking te nemen, dat de meeste arbeiders buiten hun eigenlijk bedrijf werken, hetgeen natuurlijk van invloed is op de prestatie. De heer Vun Unen merkt op, dat het met de cijfers van „Maatschappelijk Hulpbetoon" eind Maart ai net zoo mis was als op eind April. Die andere opmerking laat hem koud. Spreker zal van den arbeidersstand in zijn algeheelheid nooit eenig kwaad zeggen, doch wan- neer hij hier een opmerking meent te moeten maken die naar zijn meening in het belang van de gemeente en de werkverschaffing is, moet men het niet met een zeker bravour doen voorkomen, alsof hij den werk- mansstand een stoot heeft willen geven. De heer /hr. van de Poll, Wethouder, merkt op, dat de heer Van Unen gelijk heeft met zijn opmerking over de uitgaven van „Maatschappelijk Hulpbetoon". Aan den heer De Tello zou spreker in overweging willen geven om zich in voorkomende gevallen even te laten informeeren bij de afdeeling Financien, waar men hem direct alle inlichtingen zal verschaffen. De heer Van Unen merkt op, dat er toch wel pos- ten zijn die overschreden worden voordat door Burge- meester en Wethouders een aanvullend crediet is ge- vraagd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1932 | | pagina 30