26 Mei 1932
212
■en dan enkele wat langer te houden. Gebeurt dit niet
dan zal het werk ook veel meer gaan kosten, terwijl
het nu al veel moeite kost, om met de beschikbare
credieten rond te komen, omdat alles in werkverschaf-
fing geschied. Bovendien moet het werk ook behoor-
Iijk op tijd klaar zijn. Burgemeester en Wethouders
zijn er volkomen van overtuigd, dat het rouleeringssys-
teem tot tevredenheid werkt. Wat betreft t'e nieuwe
Commissie merkt spreker op, dat het College nog
volop met het onderzoek bezig is. Het nieuwe regle-
ment, waarin verschillende bepalingen moeten worden
opgenomen zal zoo spoedig mogelijk aan den Raad
worden voorgelegd. Er wordt echter nog gewacht op
verschillende informaties uit andere gemeenten en op
de nadere uitvoeringsvoorschriften van de arbeidsbe-
middelingswet.
De heer Disselkoen merkt op, dat de oude Commissie
niet geraadpleegd is over het rouleeringssysteem, maar
dat dit wel bij de nieuwe zal rnoeten geschieden. De
opmerking van den Wethouder Dr. Droog, dat er meer dan
100 losse arbeiders zijn, is spreker niet duidelijkdat
zelfde aantal was er ook in den winter. Spreker zou
echter willen vragen of de werkverschaffing niet be-
langrijk is ingekrompen. Hoeveelgeld is er inDecember aan
werkverschaffing uitbetaald en hoeveel nu, vraagt spre-
ker. Met verbazing heeft hij gehoord, dat er uit de
tewerkgestelden, leidinggevende krachten worden ge-
fokt. Voorts zou spreker willen opmerken, dat in De-
cember in den Raad is gezegd, dat niet gewacht zou
worden op de uitvoeringsvoorschriften van de arbeids-
bemiddelingswet. Hij wi! er nogmaals op aandringen
dat de voorstellen aangaande de nieuwe Commissie
thans zoo spoedig mogelijk worden ingediend.
De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt hierop,
dat het College zijn best zal doen, zoo spoedig moge-
lijk met een reglement te komen. Het aantal tewerk-
gestelden, zegt spreker verder, bedraagt thans 77 en
in den afgeloopen winter 120. Voorts worden zij nu
om de drie weken tewerk gesteld en in den winter
om de twee weken. Spreker hoopt een dergelijk aan-
tal als thans aan den gang te kunnen houden, waartoe
de aanneming van de straks aan de orde te stellen
voorstellen zeer zeker zal kunnen bijdragen.
De heer Disselkoen merkt op, dat die voorstellen
dus niet als werkverruiining, doch in werkverschaffing
zullen worden uitgevoerd.
De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt hierop
bevestigend.