26 Mei 1932
213
De heer Disselkoen stelt vervolgens voor om dezen
brief niet voor kennisgeving aan te nemen doch hem
aan te houden en eerst daarover advies in te winnen
van de Commissie.
De heer Dr. Droog, Wethouder, merkt op, dat men
dan eerst moet wachten op de vaststelling van het
nieuwe regiement. Het is ook nog de vraag of de Com-
missie de bevoegdheid krijgt om over het rouleerings-
systeem te adviseeren.
De heer Disselkoen zegt, dat de Raad inderdaad
niet weet, wat er in het reglement komt te staan, doch
wel weet hij wat er in de motie staat.
De Voorzitier merkt op, dat niet alles wat in de
motie staat in het reglement behoeft opgenomen te
worden.
De heer Disselkoen zegt, dat Burgemeester en Wet-
houders momenteel volkomen bevoegd zijn, om zelfs
het heele rouleeringssysteem af te schaffen, maar straks
zal eerst nog het advies noodig zijn van de Commissie.
A1 zou de Commissie die bevoegdheid niet krijgen,
dan zoú spreker het nog practischer vinden om dezen
brief aan te houden, aangezien dan toch zeker een
verzoek zal komen om de Commissie die bevoegdheid
te geven.
De heer Rijkes is ook van meening, dat de Com-
missie over dergelijke zaken advies zou moeten geven.
De heer Van der Linden zegt, dat aanhouding van
dezen brief geen zin heeft. De bedoeling is om onbil-
lijkheden weg te nemen en als de Wethouder de
toezegging daartoe doet is hem dat voldoende.
Als het voorstel tot aanhouding vervolgens voldoende
ondersteund is, wordt het in stemming gebracht en
verworpen met 10—5 stemmen.
Vöör dit voorstel stemden de heeren De Tello, Dis-
selkoen, Audretsch, Mevrouw Venhuizen en de heer
Rijkes.
Tegen dit voorstel stemden de heeren Meeuwenoord,
Attema, Van Unen, Van der Erf, De Boer, Van der
Linden, Jonckbloedt, Van den Heuvel, en de Wethou-
der Dr. Droog en Jhr. van de Poll.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om
dezen brief voor kennisgeving aan te nernen wordt
vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De heer Disselkoen verzoekt aanteekening geacht te
worden, te hebben tegengestemd.