27 October 1932
359
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt, dat bij
een werkman de inkomsten vermindering zeer gemak-
kelijk is te constateeren, bij winkeliers echter wordt dit
een heele rekenpartij. Er is echter in het verleden wel
gebleken, dat met bijzondere omstandigheden rekening
wordt gehouden.
De heer Disselkoen geeft toe,- dat de ergste gevallen
wel ondervangen zullen worden, doch daarmede zijn
de andere gevallen nog niet uit den weg geruimd.
Het amendement van den heer Disselkoen wordt ver-
volgens in stemming gebracht en verworpen met 141
stem.
Vôör het amendement stemde de heer Disselkoen.
Artikel 3.
Door den heer Disselkoen is op dit artikel het na-
volgende amendement ingediend
Laatste kolom laten vervallen.
Aan de eerste vijf kolommen toe te voegen
17. 12.000.— 15.000.— 10.— 15.—
18. 15.000,— 20.000.— 15.— 22.50
19. 20.000.— 30.000.— 20,— 30,—
20. 30.000.— en meer 25.37.50
Sub 2 f 1.000.te wijzigen in f 1500.
Burgemeester en Wethouders deelen het navolgende
mede
Wat betreft het voorstel om de laatste kolom te
laten vervallen, kunnen wij volstaan, met te verwijzen
naar onze meening, neergelegd bij de behandeling van
art. 1.
Bij het ontwerpen van de tabel voor het schoolgeld
voor het Lager Ônderwijs werd rekening gehouden met
het bepaalde bij art. 64 sub 4 der wet op het Lager
Onderwijs, waarbij is voorgeschreven, dat het school-
geld, geheven volgens de hoogste klasse, het gemid-
deld bedrag per leerling van de kosten niet te boven
mag gaan.
Dit gemiddeld bedrag bedroeg in het jaar waarvan
de laatste rekening bekend is, voor 1931 voorhetL.O.
f 114.13 en voor het U.L.O. f280.
Tusschen het schoolgeld L.O. en U.L.O. heeft steeds
een vrij goed doorgevoerde verhouding bestaan.
Ten aanzien van het schoolgeld voor het U.L.O.
is er indertijd op gewezen, dat die verhouding zich
niet kan regelen naar eene onderlinge vergelijking van
de kosten van het onderwijs, omdat het schoolgeld