27 October 1932
361
iemand, die f 600.per week verdient, geen f 5.—
per week aan schoolgeid kan betalen. Dat de door
hem voorgestelde regeling het huisonderwijs in de
hand zal werken vreest spreker niet, omdat men dit
zal nalaten uit paedagogische overwegingen. Spreker
is bereid, om door de indiening van een sub-amende-
ment binnen de grenzen van de wet te blijven, doch
wil in ieder geval verder gaan als Burgemeester en
Wethouders.
De heer Van den Heuvel had deze verordening ook
liever bekeken aan de hand van de nieuwe begroo-
ting, doch dat gaat nu eenmaal niet. Het is in ieder
bekend, zegt spreker, dat het er met de gemeente-fi-
nancien slecht uit zal zien, en het is de vraag, of de
opbrengsf van de nieuwe schoolgeldverordening groo-
ter zal zijn dan van de thans geldende, wellicht is
deze nog minder. Het is volgens spreker dan ook niet
te verantwooiden, om in dit ontwerp een verlaging
aan te brengen. Over het door den heer Disselkoen
ingedier.de amendement behoeft niet gesproken te wor-
den, zegt spreker. In dit amendement ligt een demon-
stratie, die men maar elders moet houden. Bovendien
is het onredelijk en in strijd met de wet om aan
schoolgeld meer te vragen, dan het onderwijs feitelijk
kost. Ook het schoolgeld is een retributie.
De heer Audretsch merkt op, dat uit deze verorde-
ning biijkt, dat het niet de bedoeling is om een hooger
bedrag uit het schoolgeld te halen een mindere op-
brengst kan de gemeente niet hebben. Het betreft hier
slechts een vefschuiving. De lasten voor de beter ge-
situeerden worden n.l. iets hooger.
De heer Van der Linden is het met den heer Van
den Heu\el eens, dat de door den heer Disselkoen
aangewezen weg niet de juiste is om zijn verlangens
ten aanzien van een of andere wijziging kenbaar te
maken.
De heer De Tello acht het in het algemeen eenge- t
lukkige geste, dat Burgemeester en Wethoudcrs de in-
komens tot f4000.gelijk willen laten. In tegenstel-
ling met den heer Rijkes, ziet spreker in een geringe
verhooging van de hoogere inkomens geen enkel be-
zwaar. Men tracht nu door amendementen nog hoogere
bedragen binnen te krijgen en meent goed te doen,
om via de gemeenteraden de hoogere wetgeving te
beïnvloeden. De S.D.A.P. is van dergelijke experimenten
niet gediend. Er zijn andere instanties om daarop te
wijzen en spreker ziet dan ook geen enkele noodzaak