27 October 1932
373
ten aanzien van subsidie aan eventueel andere comite s
die dit doel willen gaan beoogen. Spreker wd echter
gaarne de nadrukkelijke verzekering hebben, dat de
weikzaamheden van dit comité op strikt neutraal terrem
liggen en dat niemand die in zijn localiteiten binnen-
gaat, gekwetst wordt.
De heer Rijkes vraagt ook oî het niet mogehjk is,
dat met Haarlem wordt samengewerkt. Tegen het
gevraagde subsidiebedrag als zoodamg, heeft spreker
geen overwegend bezwaar.
De heer L)e Tello betreürt het, dat hij hier heett
hcoren spreken over een „weelde-uitgave". Het begnp
weelde" moet hier toch werkehjk anders gesteld
worden. Het heeft hem getroffen, dat men het gevraagde
bedrag van f2730.— voor de ontwikkehngs-cursussen
is gaan vermengen met een bedrag van f 550. v°01
te^emoetkoming in de kosten van ontspanning en dat
men verder niet spreekt over de organisatie van die
ontspanning. De Raad weet alleen. dat Burgemeester
en Wethouders rekening en verantwoording eischen. Is
het bijv. de bedoeling, dat in de gelagkamer lezingen
öp cultureel gebied worden gehouden Piincipieel had
spreker het juister gevonden, wanneer het gemeente-
bestuur zich uitsluitend bezig had gehouden met het
vakonderwijs en dit niet verward had met deontspan-
ning. Spreker zou Burgemeester en Wethouders dan
bok in overweging willen geven om dit alsnog te
splitsen. Ook spreker is'het opgevallen, dat men zulk
een hoog bedrag voor zaalhuur vraagt. Verder zou hij
willen vragen om het R. K. Comité uit te breiden met
niet-Katholieken. Door een algemeen comité voorkomt
men versnippering. Wat zal men bijv. doen, zegt sprekei
ôm het bezoek aan die cursussen eenigszins ondet
dwang te zetten. Een zekere pressie daartoe, die vol-
gens hem wenschelijk moet worden genoemd îs on-
doenlijk, indien deze uit moet gaan van een uitsluitcnd
R. K. Comité.
De Voorzitierde verschillende sprekers beantwoor-
dende zegt, dat omtrent het door het Rijk te verleer.en
subsidie nog niets bekend is. Wat betreft het lot van
de vrouwen der werkloozen, zegt spreker, dat het voor
die vrouwen toch inderdaad niet prettig is, om hun
werklooze mannen altijd thuis te hebben. Met mooi
weer gaan zij allicht wel eens wat wandelen of een
vischje vangen, doch bij slecht weer, is het tocli wel
prettig om binnen een spellelje te kunnen doen. Wat
betreft de onervarenheid van het comité op het gebied