24 November 1932.
393
Wanneer men in 1935 bij het bijzonder onderwijs
weet, dat men op 1 Augustus van dat jaar geen ver-
goeding meer krijgt voor een boventallige leerkracht,
kan het toch best zijn, dat het bijzonder onderwijs
zulk een Ieerkracht niet meer aanstelt. Speciaal tot de
Katholieke arbeiders zou spreker willen zeggen „geeft
gij nu het volkskind van de openbare school, wat het
toekomt, wij zorgden altijd goed voor Uw kinderen".
Uitstel van de door Burgemeester en Wethouders voor-
gestelde maatregel tot 1 Augustus 1933, vordert slechts
een bedrag van f700.— f800,— en gezien de be-
langen, die daartegenover staan, is dat toch zoo ere
niet.
De heer Van der Erf heeft reeds gezegd, dat de
Katholieken voor goed onderwijs zijn. Nu echter overal
liet mes in wordt gezet en door deze maatiegel het
onderwijs niet zoo zal worden geschaad, dat daardoor
de bezuiniging teniet wordt gedaan, acht hij het nood-
zakelijk deze bezuinigirgsmaatregel te steunen. Spreker
Degrijpt echter niet goed, dat de heeren, die altijd en
overal op wilien bezuinigen en zich nog onlangs ver-
zetten tegen de credietverleening voor de stichting van
een gezondheidshuis, nu plotseling die heele bezuini-
gingsdrang overboord werpen. Ais het nu een bezui-
niging was van minder groote beteekenis, zou spreker
dat wel kunnen begrijpen, doch het kan hier toch een
bedrag beteekenen van f4000.—
De heer Attema vraagt of het te verwachten is, dat
binnenkort ook andere scholen vergoeding voor boven-
tallige onderwijskrachten zullen vragen, wanneer deze
boventallige leerkracht aan den Voorweg nog wordt
toegestaan.
De heer Van den Heuvel merkt op, dat het vol-
stiekt niet alleen plattelandsgemeenten zijn, waar een
leerkracht over twee klassen wordt gestelddit is een
heeie gewone figuur. Dat men bereid is de versobe-
ring op 1 Augustus 1933 te doen ingaan, valt zeker
zeer toe te juichen, doch het oogenbiik om het thans
te doen is zoo gunstig, terwijl het toch werkeiijk geen
aanslag op het onderwijs kan worden genoemd. Waar
er nog veel onaangename dingen zijn te verwachten,
is deze maatregel toch heusch niet zoo erg te noemen'
zegt spreker.
De heer Van Unei is het er mede eens, dat deze
verandering midden in den cursus schade toebrengt
aan het onderwijs. Uit dien hoofde zal hij dan ook
het voorstel steur.en, cm den bestaanden toestand te