24 November 1932. 388 wat de leerlingen in de practijk van het leven het meest behoeven. In verband met een en ander geeft de Inspecteur in overweging te bepalen, dat de klas- sen 6 en 7 een maximum hebben van 32 leerlingen. Over de te treffen regeling heeft het College ook advies gevraagd aan de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs. Deze komt in haar advies tot de volgende regeling in de klasse 6 een maximum van 30 leerlingen. in de klasse 7 een inaximum van 26 leeriingen. Het komt Burgemeester en Wethouders voor, dat, wanneer een regeling wordt getroffen, zooals ook door den Inspecteur wordf geadviseerd, het onderwijs daar- mede in niet onbelangrijke mate zal worden gediend. Deze gefailen mogen op zichzelf wellicht nog aan den hoogen kant lijken, uit het cog mcet niet worden ver- loren, dat het maxima zijn en dat dus zeker bij den aanvang van een cursus begonnen moet worden met een geringer aantal, om tusschentijdsche toelating ge- durende den loopenden cursus mogelijk te maken, zonder daarmede direct het gestelde maximum te overschrijden." Dat deelde Burgemeester en Wethouders aan den Raad mede. Dit was duidelijke en begrijpelijke taal en spreker herhaalthet doet nu inderdaad vreemd aan dat Burgemeester en Wethouders nu zoo geheel een daarvan afwijkend voorstel voorleggen. De Raad heeft nu na te gaan, welke vôôr- en welke nadeelen er voor het onderwijs zijn, indien deze com- binatie eventueel tot stand zou komen, Als een nadeel zou spreker willen noemen, dat deze combinatie mid- den in den cursus zal geschieden, daardoor zal de schoolorganisatie gewijzigd dienen te worden, hetgeen natuurlijk niet in het belang van het onderwijs kan zijn. Van het geven van goed onderwijs door één onder- wijskracht in 2 klassen kan z.i. moeiiijk sprake zijn. De leetllngen uit de klassen moeten veelal toelatings- examens dcen voor middelbaar- of voorbereidend hooger onderwijs. Bij een combinatie zijn de leerlingen veel meer aan zichzelf overgelaten en verder heeft men te bedenken, dat voor velen dit onderwijs eind- onderwijs is. Naar sprekers meening is het dus zeer gewenscht den bestaanden toestand zeker tot 1 Sep- tember 1933 te bestendigen. Ook ten opzichte van het bijzonderonderwijs is deze wijze van doen niet behoorlijk t.e weerieggen. Immers

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1932 | | pagina 8