24 November 1932.
389
een eventueele besparing van Ieerkrachten bij het open-
baar onderwijs gaat eerst 2 jaren later in voor het
bijzonder onderwijs.
AIs men nu eens een tikje optimistisch is en de
economische toestand binnen 2 jaren eens belangrijk
ten gunste is gewijzigd, dan zijn het ook alleen de
kinderen van het openbaar onderwijs, die deze ver-
slechtering treffen, immers het bijzonder onderwijs gaat
in dit geval gewoon door.
Eerlijkheidshalve wenscht spreker het bijzonder on-
derwijs daarmede geluk te wenschen.
Tenslotte nog een enkel woord over de bezuiniging
als een voordeel. Maar, kan er dan niet bezuinigd
worden, spreker meent van zeer zeker.
Laten Burgemeester en Wethouders een tijdelijke
onderwijskracht tot 1 September 1933 aanstellen tegen
een salaris van bijvoorbeeld f 800.— en de besparing
zal toch zeker f 1200.zijn.
In den loop van het jaar 1933 kan dan rustig wor-
den bezien, hoe de toestand met ingang van 1 Sep-
tember 1933 moet worden geregeld.
Spreker zegt, dat men dus wel zal begrijpen, dat
hij volgens zijn beginsel tegen het voorstel van Bur-
gemeester en Wethouders zal stemmen.
De heer Disselkoen zegt, dit adres te hebben on-
derteekend als Voorzitter van de Oudercommissie. Hij
kan zich met den inhoud daarvan volkomen vereenigen.
Spreker kan volstaan met de mededeeling, dat hij zich
bij het uitstekend gedocumenteerde betoog van den
heer Rijkes volkomen kan aansluiten.
De heer De Tello sluit zich ook bij het betoog van
den heer Rijkes aan.
De heer Von den Heuvel neemt aan, dat Burge-
meester en Wethouders zelf hun voorstel wel zullen
verdedigen. Ook echter, wanneer deze vacature niet
wordt aangevuld, blijft er nog een boventallige onder-
wijzer aan deze school over. In meer dan 1000 ge-
meenten in het land zijn in het geheel geen boventallige
onderwijzers en kan men deze nu allen achterlijke
gemeenten noemen Alles heeft toch werkelijk zijn
grenzen. Daar komt nog bij dat het uit paedagogisch
oogpunt lang niet altijd verdedigd wordt, dat het
onderwijsbelang het meest gediend wordt met kleine
klassen. In verband met den financieelen toestand van
de gemeente mag men zich toch werkelijk nietverzet-
ten tegen dit uiterst bescheiden voorstel van Burge-
meester en Wethouders. A1 zou een verbetering van