15 December 1932.
448
post zelf, maar wel met hetgeen met kleine letters als
toelichting is bijgevoegd. Hij heeft een zacht verwijt
gehoord aan hen, die de bestaande reserves aan de
begrooting willen onttrekken, maar spreker meent toch
dat het nu geen tijd is nieuwe reserves te maken.
Hij behoudt zich het recht voor om over de bestem-
ming van de f 10.000.winst. die volgens de begroo-
ting in het reservefonds zullen worden gestort, later
bij afzonderlijk administratief besluit door den Raad te
laten beslissen.
De Voorzitler merkt op, dat de storting in het
reservefonds reeds bij post 74 is vastgelegd.
De heer Disselkoen vindt dit geen reden om de
discussies over dezen post niet te heropenen.
De \oorzitter meent, dat nog altijd uitgemaakt kan
worden, wat met de reserves kan worden gedaan. Hij
oordeelt het beter om te beginnen met het storten in
het reservefonds. Misschien kan later het fonds voor
andere doeleinden worden gebruikt.
De heer Va/z Unen constateert dat deze begrooting
de reserves verhoogt.
Vervolgens worden de ontvangsten aan de orde ge-
steld.
Volgno. 1, Over den gewonen meter.
De heer De Tello meent, dat het niet aangaat zich
liier al te diep te bewegen in de verlaging van de ta-
rieven en het ook niet de plaats is om de technische
details onder het oog te zien. De verwachting is, dat
door de contracten voor een verbruik van minstens
1200 M3 de ontvangsten zullen terugloopen met
f 5000.— en ieder jaar minder zullen worden. Wanneer
de Raad oordeelt dat de raming van dezen post gele-
genheid biedt een herziening van dezen post mogelijk
te maken dan zou deze post met maximaal f 10.000,—
kunnen worden verminderd. Spreker stelt zich voor,
dat de Raad het maximum bedrag der verlaging van
dezen post zal bepalen en vraagt het oordeel van den
Raad over de volgende motie
De Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit
een herziening van het vastrecht in zijn verhouding tot
het gewone tarief voor te bereiden en besluitsub 1 en
2 f 10.000.lager te ramen.
De heer Disselkoen zegt, dat het voorstel van den