16 Maart 1933
23
belast de chef van deze afdeeling zicli in samenwer-
king met Maatschappelijk Hulpbetoon met de verdere
betaling van uitkeering van deze werkloozen. Dit is
zuiver een administratieve regeling, doch de verant-
woordelijkheid van deze uitkeeringen blijft geheel voor
rekening van Maatschappelijk Hulpbetoon. Voor deze
uitkeeringen zijn bepaaïde normen vastgesteld die
normaal voor alle valide werkioozen dezelfde zijn.
Deze categorie van werkloozen zou spreker willen
rangschikken onder groep A.
Nu is er echter een groep die B genoemd kan wor-
den, waarop de heer Disselkoen doelt, die van groep
A afwijkt. Dii zijn de werkloozen, die zeif een winkel
drijven of in wier huis een winkel wordt gedreven en
voor die groep heeft Maatschappelijk Hulpbetoon be-
paald, dat deze niet meer onder de algemeene regeling
valt. Deze groep, die betrekkelijk gering is, wordt
niet meer administratief door den chef van de afdeeling
„Algemeene Zaken" ter Secretarie behandeld, docli
hiervoor lieeft Maatschappelijk Hulpbetoon bepaald,
dat het ieder geval op zich zelf wenscht te beoor-
deelen, of steun noodig is. Voor de eerste groep A
wordt dus alleen aan Maatschappelijk Hulpbetoon
administratieve hulp verleend door de afdeeling „Alge-
meene Zaken" ter Secretarie, met de tweede groep
heeft deze afdeeling geen bemoeiïng meer. Omdat
deze tweede groep vroeger wel administratief door
deze Secretarie-afdeeling is behandeld, werd bij de
wijziging daarin door deze afdeeling aan belangheb-
benden kennis gegeven. Dit is het schrijven dat door
den heer Disselkoen is bedoeld, eindigt spreker.
De heer Disselkoen is zeer dankbaar voor deze
nadere uiteenzetting. Er is dus nu een verschil tusschen
de regeling voor degenen, die vallen onder groep A
en die vallen onder Maatschappelijk Hulpbetoon. Wat
de kwestie van Maatschappelijk Hulpbetoon zelf be-
treft, merkt spreker op, dat de Raad een crediet heeft
toegestaan aan Maatschappelijk Hulpbetoon, dat inge-
steld was op een bepaalde steunregeling. In dit ver-
band acht spreker het wel juist, dat eventueele wijzi-
gingen in die steunregelingen ter kennis worden ge-
bracht van den Raad. Hij zou dan ook aan Burgemeester
en Wethouders willen vragen, of zij bereid zijn die
wijzigingen aan den Raad bekend te maken.
De Voorzitler antwoordt hierop, dat Maatschappelijk
Hulpbetoon een zelfstandig lichaam is, dat een crediet
krijgt van den Raad. Spreker vreest, dat indien de