16 Maart 1933
24
Raad met de wijzigingen in de steunregeling in kennis
zou worden gesteld, dit tot practisch gevolg zal heb-
ben, dat Maatschappelijk Hulpbetoon nu en dan een
boodschap krijgt en dat Iijkt hem niet juist. Deze
aangelegenheid is echter in de vergadering van Bur-
gemeester en Wethouders nog niet ter sprake geko-
men.
De heer Disselkoen vraagt, of Burgemeester en Wet-
houders daartoe bereid zijn en dan in een volgende
vergadering hun zienswijze bekend willen maken.
De Voorzitter heeft hiertegen geen bezwaar, indien
althans de Raad daarmede accoord gaat.
De Vergadering kan er zich desgevraagd mede ver-
eenigen dat Burgemeester en Wethouders zich over
deze vraag zullen beraden.
Huurverlaging bij Woningbouwvereenigingen.
De heer Disselkocn vraagt, of Burgemeester en
Wethouders reeds een gevestigde meening hebben
over een huurverlaging bij Woningbouwvereenigingen
en of zij reeds in staat zijn daaromtrent mededeelingen
te doen.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, antwoordt
hierop, dat deze vraag reeds ter sprake is gekomen in
het College en de noodzakelijkheid van deze verlaging
onder het oog is gezien. Er was wel één Woning-
bouwvereeniging waarbij voor een onderdeel een huur-
verlaging tot stand zou kunnen worden gebraclit. Het
Coüege acht echter een partieele huurverlaging niet
geschikt, zoodat thans nog geen aanleiding bestaat om
daartoe over te gaan.
De heer Dissetkoen acht dit punt toch zeer urgent
en zal zich daarom beramen, nu van Burgemeester en
Wethouders geen initiatief is te verwachten, hoe hij
deze zaak in beweging kan brengen.
Reclame bij verkiezingen.
De heer Andretsch vraagt, of er iets gedaan kan
worden tegen de ontsierende verkiezingsreclames. De
overblijfselen van die reclames bij gelegenheid van de
laatste gemeenteraadsverkiezingen, zijn thans nog zicht-
baar, zegt spreker. Is het niet mogelijk, dat aan de
verschillende kiezersgroepen wordt verzocht om dit na
te laten.