21
27 April 1933.
VERGOEDING VERPLAATSEN BLOEMBOLLEN-
SCHUUR BIJ DEN GLIPPERWEG.
Aan den Raad.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de heer
E. Vrugt, te Heemstede, heeft verzocht de kosten van
het verplaatsen van de bloembollenschuur op het door
hem gehuurde terrein aan den Glipperweg, voor reke-
ning der gemeente te nemen.
Naar aanieiding van dit verzoek brengen wij het
volgende ter Uwer kennis.
De heer E. Vrugt heeft ongeveer 4 jaar geleden
toestemming gevraagd tot het bouwen van een schuur
ac'iter het door hem bewoonde perceel, Glipperweg
no. 104. Op dat verzoek moest afwijzend worden be-
schikt, omdat de sc'iuur zou worden gebouwd op voor
weg bestemden grond. De schuur is daarna. overeen-
komstig het destijds van kracht zijnde Uitbreidingsplan,
geplaatst langs den Glipperweg.
Na verkrijging van den eigendom van den bij den
heer Vrugt in huur zijnden grond, heeft de gemeente,
teneinde den aanleg van de dubbele trambaan tot stand
te kunnen brengen, besloten, den Glipperweg in Oos-
telijke richting te verleggen. Dit besluit kon des te
gemakkelijker worden genomen, omdat de huur van
het terrein, waarover de nieuwe weg werd geprojec-
teerd, eindigde Kerstmis 1932. Het gevolg van dit
besluit was echter, dat ook de door den heer Vrugt
gebouwde schuur moest verdwijnen. De heer Vrugt,
die den grond opnieuw heeft ingehuurd, heeft de
schuur overgebracht en geplaatst achter zijn woning
en voor die werkzaamheden moeten betalen een bedrag
van f 750.
Uit het bovenstaande blijkt dat de heer Vrugt geen
enkel recht op vergoeding van kosten van verplaatsing
van de schuur kan doen gelden, temeer niet omdat bij
niet verlenging van den huurtijd ook verwijdering van
de schuur zou zijn gevolgd.
Toch wil het ons voorkomen dat uit billijkheids-
overwegingen aanleiding bestaat den heer Vrugt
tegemoet te komen in de door liem gemaakte kosten.