8 Juni 1933. 70
Ziekte van Weil.
De heer /onckb'oedt vraagt, of degenen die gebruik
maken van de zwemvijvers geen angst behoeven te
hebben voor de ziekte van Weil.
De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt hierop,
dat de ziekte van Weil eigen is aan de ratten. Onge-
veer 50 pCt. van de ratten is besmetvan de jonge
Hior in ue zweinvijvurri zi]n echter guuiy/TOftún. r-omds y
de aangebrachte veranderingen, waarbij de kanten vai^^/
de bassins heel steil zijn gemaakt, is de mogelijkheia
uitgesloten, dat zich ratten in de zwemvijvers nestelen.
Jaren geleden is er een rattennest geweest, doch dat
is "smttr fahgpfeefuiniy personeel heeft opdracht
gekregen om er voor te zorgen, dat geen voedsel-^-/^ I
resten bij de zwemvijvers achter blijven. Iederen avondy^^^£-^y
wordt er dan ook nagegaan, of er nog iets is achter-
gebleven. Overigens, zegt spreker, zijn er verschillende
methodes om ratten te verdelgen. Aangezien er echter
geen ratten zijn, kunnen zij ook niet verdelgd worden.
Daarbij komt nog, dat de zwemvijvers in Heemstede
geen verbinding hebben met het boezemwater, doch
dat er gebruik wordt gemaakt van nortonwater. Alles
bij elkaar behoeft er dan ook in geen enkel opzicht
maar eenige vrees te bestaan voor de Weilsche ziekte.
De Voorzitter wil gaarne bevestigen, dat het zwem-
men in de zwemvijvers volkomen veilig is. Het zwem-
men in open water daarentegen is zeer gevaarlijk en
hoogst afkeurenswaardig.
\ervuiling Bleekersvaart.
De heer Meeuwenoord vestigt de aandacht op den
onhoudbaren toestand van de Bleekersvaart en de
daarop uitloopende vaarten, die de hygiëne toch zektr
niet bevordert. De vervuiling is van dien aard, dat de
bruggen bijna gemist kunnen worden. Overigens is dit
een zeer goedkoope manier van dempen. Spreker
vraagt zich echter af, of nu nog niet het tijdstip is
aangebroken om over te gaan tot het leggen van een
stamriool in de Bleekersvaart. Dit zou tevens een
prachtig object zijn voor werkverschaffing, vooral
nu spreker gehoord heeft, dat het werk zoo schaarsch
begint te worden.