27 Juli 1933
88
hebben voorgesteld. Spreker acht deze verkeerde voor-
lichting niet juist. Dit is inderdaad een vrij moeilijke
zaak, temeer waar er nu sprake is van benadeeling
Mevrouw Venhuizen zegt, dat er aan het reqiiest.
zooals het hier ligt, juridisch niets is te doen, doch
üeze zaak heeft ook nog een moreele zijde. Spreekster
îs van meening, dat de heer Van Sambeek door den
loop der zaken schade heeft geleden en dit mag niet
uit het oog worden verloren.
De Voorzitter merkt op, dat hij de besprekingen in
de vorige raadsvergadering niet heeft biigewoond Met
nî;erJVan Unen is spreker het volkomen eens, dat
een Kaad, die zichzelf respecteert, nu niet plotseling
op zijn besluit terugkomt. Van verschillende kanten
heett hij gehoord, dat rnen meent, dat er sinds de
vorige vergadering nieuwe gezichtspunten zijn geko-
men. Mevrouw Venhuizen zeide zelfs, dat de heer
Van Sambeek schade heeft geleden. Burgemeester en
Wethouders hebben echter in opdracht van den Raad
aan den heer Van Sambeek gevraagd, of hij nog wilde
onderhandelen. De lieer Van Sambeek heeft daarop
u- °i" voorbehoud van al zijn rechten verklaart,
uat hij den koop gestand wilde houden.
Spreker doet vervolgens mededeeling van den inhoud
van den brief van den rentmeester van het Grondbe-
drijt dd 21 Januari j.l., no. 236, aan de heeren Van
den Putten en Van Sambeek, waaruit blijkt, dat toen
reeds pnderhandelingen waren begonnen.
De inhoud daarvan omvat onder meer het navol-
gende
Voorts zijn bezwaren gemaakt tegen de aange-
vraagde bebouwing van de Meer en Boschlaan met
wornngen van 6 Meter breedte inplaats van 6.5 Meter.
Het karakter van een buurt wordt vooral beheerscht
door het type van de woonhuizen. Dit type wordt
op haar beurt in hoofdzaak bepaald door de breedte
en hoogte van het woonhuis. De Commissie zou
er beginsel geen bezwaar tegen hebben, om meer
womngen aaneen te laten bouwen, mits elk woonhuis
de voorgeschreven breedte van 6 <4 Meter bezit, terwijl
de gootlijst bijv. niet lager dan 6 Meter boven de kruin
van de straat mag zijn gelegen en de dakschilden geen
flauwere helling dan 45o mogen hebben.
Tusschen de blokken woonhuizen moet de open
ruimte dan ten minste gelijk zijn aan den voorgeschreven
atstand voor de zijdelingsche open ruimte. Gedacht is