26 October 1933.
144
enz. Tegen normale voorwaarden ligt het werk waarlijk
niet opgeschept en men zal dus een hopeloos gras-
duinen, een hopeloos beunhazen krijgen en een even
hopeloos loondrukken. Men zal het door dezen maat-
regel voor de werkende arbeiders ên voor de onder-
nemers in deze gemeente volkomen bederven.
Moeten wij dan maatregelen nemen, vraagt spreker,
die het voor niemand beter, maar het voor tal van
groepen slechter maken En wat weet men nu ten
gunste van deze plannen aan te voeren Alleen dit,
dat in moreel opzicht arbeiden beter is dan steun-
trekken.
Over de moreele waarde van den arbeid behoeît
men spreker niets te vertellen. Reeds eenige jaren
geleden heeft hij daarop herhaaldelijk in openbare
vergaderingen gewezen, ook reeds toen anderen in
onze gemeente nog geloofden, dat men de moreele
nadeelen der werkloosheid wel rnet een sigaartje en
een spelletje kaart in het Vereenigingsgebouw kon
bestrijden. Maar juist daarom acht spreker zich bij
uitstek gerechtigd, zoo krachtig mogelijk te protesteeren
tegen de wijze, waarop hier met den moreelen invloed
van den arbeid wordt gesold. In den aanvang van
zijn betoog heeft spreker reeds in het kort aangestipt,
hoe deze moreele invloed zich pas ten goede kan
doen gelden bij eenige voortzetting van den arbeid,
niet bij twee maal drie dagen graafwerk, want dan
domineert over den moreeien invloed ten goede, nog
rijkeüjk de spierpijn van het ongewone. Maar boven-
dien, wil van werk een moreele invloed ten goede
uitgaan. dan moet dat ook arbeid in de volle en rijke
beteekenis van het woord zijn, arbeid, die doel heeft
en die als arbeid gewaardeerd wordt. Dacht men, zoo
vervoigt spreker, dat er een goede moreele invloed
van uitging, als men een arbeider werk, productief en
noodzakelijk werk nog wel, laat verrichten, maar er
bij zegt„je werk is geen loon waard, doch slechts
een steunpenning".
Moet dan in ons rechtsche Heemstede juist door een
socialist herinnerd worden aan het bijbelwoord, dat een
arbeider zijn loon waard is Men mist zelf zoo vol-
komen elk vertrouwen in den moreelen invloed van
dit werk op deze wijze verschaft, dat men er aan
toevoegt„denk erom, als je niet wilt, of als je niet
goed werkt, dan onthouden wij je den steun. Deze
zinsnede is de uiting van een verontrust en slecht ge-
weten.