26 October 1933.
145
Het is nog maar enkele vergaderingen geleden, dat
de Wethouder op vragen van den heer Van Unen
zeer officieel verklaard heeft, dat de tewerkgestelden
alleszins goed en behoor'.ijk werkten, maar nu, dank
zij al de moraliteit van dit plan, acht men deze waar-
schuwing noodig.
Tenslotte nog een paar opmerkingen over het slot
van de nota. Daarin zeggen Burgemeester en Wethou-
ders, dat de zoogenaamde Werkloosheidscommissie
zich met dit voorstel kan vereenigen. Dit is wel zeer
optimistisch uitgedrukt. In het algemeen immers, zoo
lezen wij, achtte men den tijd te kort voor overden-
king. Geen wonder, de Commissieleden zijn met dit
plan rauwelijks overvallen, orn niet te zeggen over-
rompeld. Desniettegenstaande verklaarde één der leden
zich zeer nadrukkelijk tegen. Andere leden verklaarden
nolens volens mede te gaan, maar door de onvoldoende
voorbereiding konden zij de zaak niet overzien. Dat
geldt niet voor de raadsleden. Daarom hoopt spreker,
dat men zal erkennen, dat met argumenten is aange-
toond, dat dit plan ën voor de werkloozen én voor de
werkenden én voor de ondernemers funest is.
Het idee van den heer Van der Erf, zegt spreker,
is goed bedoeld, maar dan behoudt men toch alle na-
deelen van dit plan en geet't men alleen het voordeel
voor de gemeente prijs. Maar waaroin dan al deze
omslag? Laat men dan liever den toestand laten zooals
hij is. De heer Attema, zegt spreker, wil het vrije
werken in de stempelvrije dagen verbieden. Daarmede
ontneemt hij echter het aanlokkelijke sausje, dat over
dit voorstel is heen gegoten. Overigens gaat spreker
daarmede accoord, want dit is te schadelijk voor de
anderen. Maar men beseffe toch. dat het plan dan een
positieve verslechtering voor de werkloozen beteekent.
In verband met de opnrerkingen van den heer Van
Unen wil spreker nog in het licht stellen, dat het doel
van gemeentelijke werkverschaffing niet is, om de ge-
meente aan een koopje te helpen, maar om den nood
der werkloozen te verlichten. Dit plan brengt deze
verlichting niet en spreker kan er zijn stein dan ook
niet aan geven.
De heer Jonckbloedt is ook van meening, dat er
veel aantrekkelijks in dit voorstel ligt, doch dat de
steunnormen verhoogd moeten worden, zooals de heer
Van der Erfbetoogde. Zeer ernstige bedenkingen heeft
spreker tegen het feit, dat het „beunhazen" hier door
de gemeente bevorderd gaat worden.