26 October 1933. 146 De heer Vun Unen: „dat „beunhazen" kunnen ze ook nu doen". De heer onckbloedl„inderdaad, maar nu moeten ze de helft van hetgeen zij daarmede verdienen, afge- ven en daarom gaan zij er nu niet zoo gauw toe over". Degene, die dat niet opgeeft, is strafbaar, zegt spreker. Met de opmerking van den heer Disselkoen dat de voorwaarden van het collectief contract, vacan- tiebonnen e.d. niet kunnen worden nagekomen, is hij het volkomen eens. De middenstand zal onder dit voorstel ook zeker veel te lijden hebben. Voorloopig zal spreker het hierbij laten. De heer Van den Heuvsl merkt op, dat men op dit terrein nooit heeft te kiezen tusschen goed en kwaad, doch tusschen twee kwaden en nu gaat het er om, welk het grootste kwaad is. Spreker zou aan Burge- meester en Wethouders willen vragen of het de be- doeling is, om de voorgestelde regeling te laten varen, zoodra er een antwoord is van het Ministerie van Sociale Zaken inzake de rijksregeling. Hij heeft een. sterk vermoeden, dat men dit wel zal moeten doen. Op de tweede plaats zou spreker willen vragen of het in de bedoeling ligt om alle soorten arbeiders bij deze nieuwe regeling van de werkverschaffing tewerk te stellen. In dat geval krijgt men den merkwaardigen toestand, dat de tuinbouwers dan het dubbele bedrag krijgen van hetgeen zij in hun bedrijf verdienen. Aan bouwvakarbeiders en tuinarbeiders zal alsdan een ver- schillend loon worden gegeven, hoewel hetzelfde werk wordt verricht. Tenslotte vraagt spreker of geen andere objecten voor de werkverschaffing kunnen worden uit- gekozen dan Burgemeester en Wethouders thans op het oog hebben. Spreker bedoelt ineer productieve werken. zooals bijvoorbeeld het bouwen van een huis, al zou dit dan ook eenig financieel nadeel voor de gemeente met zich mene moeten brengen. De moreele waarde van den arbeid zou dientengevolge zeker ver- hoogd worden. Het bezwaar van de beunhazerij acht spreker niet ongemotiveerd, hoewel daartegen toch wel tal van bepalingen bestaan. De werkloozen zullen toch karweitjes kunnen gaan doen voor particulieren. In Amsterdam, zegt spreker, is bij een enquete gebleken, dat niet alleen werkloozen die kleine karweitjes zoe- ken, doch ook tramconducteurs en dergelijk soort menschen zoeken in hun vrijen tijd nog wat werk. De heer Van Lent is het volkomen eens met de opmerkingen van den.heer Jonckbloedt en is ook van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1933 | | pagina 16