2Î November 1933 194 (er wordende gemeentelijke bedragen, d.ie de. Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon te verwerken krijgt, ander- zijds ook in enkele ervaringen, die in het afgeloopen jaar met dezen Dienst zijn opgedaan, aanleiding, namens. de Sociaal Denrocratischen fractie enkele opmerkingen te maken. Spr. wil daaraan graag de erkenning laten voor- afgaan, dat wellicht geen enkele ander Dienst of instelling het in een zoo langdurige crisis als wij thans beleven, zoo moeilijk heeft als juist de Dienst voor Maatschappe- lijk Hulpbetoon en dat het voor niemand zoo moeilijk, or misschien zelfs onmogelijk is om het iedereen naar den zin te maken als voor de bestuursleden en de amb- tenaren van Maatschappelijk Hulpbetoon. De schier- eindelooze werkloosheid, de voortdurend verder invretende verarming in de gezinnen, belemmer: natuurlijk wel eens een juiste appreciatie van de hande- lingen van den Dienst door de betrokkenen. Niets zou dan ook onjuister zijn dan elke klacht over dezen Dienst of zijn bestuur of zijn ambtenaren zonder meer te onder- scnrijven, verder te dragen ot zelfs aan te dikken. Wanneer men echter deze objectiviteit in zijn oordeel vooropstelt, dan moet daarnaast toch gezegd worden, dat ên het bestuur van den Dienst ên de Raad zelf er voor heeft te zorgen, dat een lichaam, dat de moeilijke en delicate taak heeft, anderhalve ton gemeentegeld voor leniging van nood aan te wenden, in elk opzicht een zoo volledig mogelijk vertrouwen kan genieten. Daarbij is het niet voldoende, dat elk bestuurslid en elke ambtenaar een welverdiende reputatie van persoon- lijke onkreukbaarheid geniet, daarvoor is ook noodig, dat het bestuur als geheel vastheid van lijn toont en onder alle omstandigheden eigen woord gestand doet. Het moge onmogelijk zijn, het allen werkloozen indi- vidueel naar den zin te rnaken, zeker is het niet onmoge- Iijk om zich het volle vertrouwen van de organisatie- besturen te verwerven. Daaraan heeft in het afgeloopen jaar, althans bij één gelegenheid, wel iets ontbroken. Spreker vraagt niet de toezegging van den Voorzitter, dat tegen herhaling van dezen misstand zal worden ge- waakt. Door de verhouding, die de Raad zelf tusschen zich en het Bestuur van Maatschappelijk Hulpbetoon heeft geschapen, kan deze trouwens zulk een toezegging niet eens doen. Maar spreker wil uiting geven aan zijn vertrouwen, dat het bestuur van Maatschappelijk Hulp- betoon aan deze opmerking aandacht zal schenken en voor zich zelf, in eigen kring zal nagaan, of het niet goed zal zijn, er rekening mede te houden. Dit wat het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1933 | | pagina 36