22 November 1933
238.
zouden dan gratis zijn. Thans wordt het onderwijs, dat
niet wettelijk verplicht is, buiten de schooluren gratis.
gegeven en zijn de leermiddelen niet gratis.
Dl heer Dissclkoen informeert of dan de regelincr
zöo wordt, dat de hoogst aangeslagenen den kostprijs
betalen en de laagsi- ot niet aangeslagenen niets?
De Voorzitter verwijst in zijn antwoord naar het ant-
woord van Burgemeester en Wethouders aan de Finan-
cieele Commissie waarin B. en W. hebben betoogd dat
het onderwijs in Fransch noodzakelijk is voor de 'leer-
lingen, die vanaf een Lagere school naar een Middelbare
school gaan, waar kennis van Fransch vereischt is Het
komt Burgemeester en Wethouders onbillijk voor, voor
een dergelijken cursus, welke naar hunne meening toch
wel tot de taak der gemeente behoort, schoolgeld te
heffen. Verscheidene ouders zuüen, tengevolge van het
schoolgeld ertoe over gaan hun kinderen geen onder-
wijs in Fransch meer te doen geven, wat voor deze kin-
deren een ,,handicap zou worden. De opmerking van
de commissie van onderwijs als zou dan het geven van
gratis pianolessen ook wel tot de taak der gemeente "e-
rekend kunnen worden, acht spreker niet juist, daar dit
met een vak is, dat vereischt wordt bij verdere studie.
De heer Van Unen vindt het zeer goed, dat de kinde-
ren Fransch leeren, doch ziet niet in, dat ieder dat onder-
wijs kosteloos moet ontvangen. Het spreekt toch van-
zelf, dat bij een eventueele schoolgeldregeling dezelfde
basis moet aangehouden worden als bij het gewonc
schoolgeld, waarbij toch ook de onvermogenden niet
betalen. De handicap voor de kinderen, die dus versto-
ken zouden blijven van het Fransch is dus niet gevormd
do°r het gemeentebestuur, maar door de ouders.
De heer Van der Linden merkt op, dat het voor ver-
schillende ouders zeer moeilijk zal zijn nog meer school-
geld op te brengen.
De heer Van Unen antwoordt hierop, dat hij niet bang
is voor de uitvoering van een eventueele regeling. Voor
zoover hem bekend, komen bij het gewone schoolgeld
toch ook geen onbillijkheden voor.
De heer Disselkoen vindt de opmerkingen van den
heer Van Unen ten aanzien van de billijke schoolgeld-
regeling voor Fransch wel juist, maar zou toch gaarne
willen weten of vroeger, in den tijd dat voor de cursus-
sen wel geld moest betaald worden, het aantal Ieerlin-
gen constant bleef.
De Voorzitter zegt, dat inderdaad toen het Ieerlingen-
aantal achteruitliep. Burgemeester en Wethouders blij-