22 November 1933
245
pleiziervaartuigen begrepen zijn. Bij de laatste verorde-
ningswijziging werd het liggeld voor het kleinste soort
pleiziervaartuigen gesteld op /0.50 per dag of 10.
per jaar. Hierbij zijn echter de kano's vergeten; spre-
ker's meening is, dat deze niet belast kunnen worden
met 10,— per jaar. Inplaats van baten zal een derge-
lijk tarief nadeel opleveren; voor kanovaarders, die op
één Zondagmiddag even hier aanleggen is het onbillijk
zooveel te moeten betalen, deze blijven dus weg, terwijl
ingezetenen gemakkelijk hun kano's bij bevriende fami-
lies wier tuin aan het water grenst, op het droge kunneri
trekken.
Practisch acht spreker het wenschelijk van de kano's
niet meer te heffen dan 10 cent per keer met een vast
tarief voor ingezetenen van /2.50 per jaar.
Het ligt niet in de bedoeling van den heer De Tello
thans een voorstel te doen; hij laat het initiatief voor een
nieuwe regeling, welke eventueel met het nieuwe sei-
zoen van kracht zou kunnen zijn, gaarne aan Burge-
meester en Wethouders over.
Wethouder ]hr. van de Poll doet de toezegging, da't
de precario-verordening aan een grondig onderzoek zal
worden onderworpen.
Volgno. 92 en 94. Rctributiegeld Middelbaar en Voor-
bereidend Hooger onderwijs.
Ten aanzien van dit punt doet de Voorzitter mede-
deeling, dat een wijziging van de betreffende verorde-
ning in voorbereiding is, waardoor het mogelijk zal wor-
den in het vervolg als grondslag voor den aanslag ook
het vermogen aan te merken.
Volgno. 106. Hoofdsom der personeele belasting.
Hierbij bespreekt de Voorzitter het ingekomen ver-
zoek van den Nederl. Bond van Koffiehuis-, Restaurant-
houders en Slijters, om de koffiehuizen enz. voor de per-
soneele belasting gelijk te stellen met winkels waardoor
de huurwaarde van die gelegenheden slechts voor 1/3
gedeelte belastbaar wordt.
De Financieele Commissie heeft op dit verzoek een
afwijzend advies gegeven, daar zij de inwilliging van dit
verzoek een bevoorrechting acht van een kleine cate-
gorie inwoners ten koste van alle overigen. De belasting-
opbrengst zou n.l. verminderen, waardoor noodzakelijk
het aantal opcenten weer verhoogd zou moeten worden,
omdat de gemeente deze inkomsten niet kan missen.