64 7 December 1933. 11 hervatting is uitgesloten, terwijl hij door den Pensioen- raad nog wel geschikt geacht wordt zijn werkzaamheden te verrichten, zal, indien de termijn, genoemd in art. 26, eerste lid, is verstreken, in de gelegenheid zijn om die verklaring van den geneeskundige te doen bevesti- gen door een Commissie van drie geneesheeren. 2. Van deze Commissie worden twee leden benoemd door Burgemeester en Wethouders, terwijl het derde lid door den betrokkene wordt aangewezen. Artikel 30. Indien op het onderzoek door de in het vorige arti- bel bedoelde Commissie ontslag mocht volgen, heeft de ambtenaar, na zijn ontslag tot aan den dag, met ingang waarvan hem krachtens de Pensioenwet 1922 invaliditeits- of ouderdomspensioen wordt toegekend aanspraak op de uitkeering van een bedrag gelijk aan het bedrag waarop zijn pensioen zou zijn bepaald, indien hij op den dag waarop hem ontslag werd ver- leend, gepensionneerd zou zijn geworden. Artikel 31. 1. Bij het toekennen van de uitkeering, bedoeld in art. 30, verplicht de ambtenaar zich desverlangd bij den Pensioenraad een hernieuwd onderzoek naar zijn licha- melijke gesteidheid aan te vragen, hetwelk tot toeken- ning van een pensioen op grond van de Pensioenwet 1922 zou kunnen leiden. 2. Pij niet-nakoming van de verplichting, genoemd in het eerste lid, vervalt de aanspraak op de uitkeering ingevolge art. 30. Artikel 32. Een ambtenaar, die wegens ziekte of ongeval ver- hinderd is zijn dienst te verrichten, kan geneeskundig worden onderzocht, ter beantwoording van de vraag, of de verhindering om den dienst te verrichten al of niet bestaat, dan wel wat in het belang van een goede behandeling of genezing noodig is. Artikei 33. 1. Indien een ambtenaar, die wegens ziekte of on- geval verhinderd is zijn dienst te verrichten, bezwaar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1933 | | pagina 13