7 December 1933.
256
De heer De TeLLo acht de zienswijze van den heer
Van Unen, die aan de opvatting van den Minister zijn
houding ten aanzien van de bezoldiging van het per-
soneel bij de begrooting ontleent, niet juist. De Minis-
ter onthoudt zich nadrukkelijk van een oordeel over
de huidige salarissen. Spreker ziet dus geenszins in,
waarom de heer Van Unen dezen brief bij de begroo-
tfng had willen zien, aangezien de Minister geenszins
van plan was om de tegenwoordige salarissen aan te
tasten. Het initiatief om de tegenwoordige salarissen
onaangetast te Iaten is juist van den Minister uitgegaan,
zegt spreker. Hij acht het dan ook volkomen overbo-
dig, om te eischen, dat deze britf vöör de begrooting
ter kennis van den Raad had moeten gebracht worden.
lets anders ware het natuurlijk geweest, indien de
Minister de tegenwoordige salarissen had willen aan-
tasten.
De Voorzitter zegt, de meening van den heer De
Tello te kunnen deelen. Deze brief laat wel door-
schemeren, dat de Minister de tractementen voor het
politiepersoneel te hoog acht, maar niet voor het tegen-
woordige personeel.
De heer Van Unen zegt, dat afgezien van het feit,
dat hij het altijd jammer vindt, wanneer een brief 6
maanden blijft liggen, de strekking van dien brief zeker
niet is, dat de salarissen voor het tegenwoordige per-
soneel moeten blijven zooals zij zijn. Integendeel, er
wordt van hoogerhand gezegd, dat de tracteinenten te
hoog zijn, terwijl Burgemeester en Wethouders op
spreker's vraag, bij de behandeling van de gemeente-
begrooting hebben geantwoord, dat de salarissen niet
te hoog zijn. Deze brief had naar zijn overtuiging in-
vloed kunnen hebben op zijn pogingen om de salaris-
sen en loonen van het gemeentepersoneel te vermin-
deren.
Het ontwerp-besluit wordt h'erna zonder hocfdelijke
stemming vastgesteld.
VII. Overeenkomst met Haarlem terz.ike v.itvoering
V leeschkeuringswet.
Het voorstel is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
69. Overeenkomst met Haarlem inzake uitvoering
V leeschkeuringswet.