25 Januari 934. 14 fO.10 per M3^en in werkverschaffing door arbeiders f 1.per M3. Spreker vermoedt, dat hierin ook voor een groot gedeelte het verschil is gelegen, dat n.l. de machines zooveel mogelijk door handkrachten worden vervangen. De heer Jonckbïoedt merkt op, dat het bedrag van f 2500,— natuurlijk maar op een taxatie berust. Het betreft hier abnormaal werk en de Directeur van Openbare V/erken raamt liever aan den veiligen kant. Daar komt bij, dat men de werkloozen toch moet be- talen, dus dat men ze beter kan laten werken. Spreker zegt, dat de Directeur van Openbare Werken hem wel eens verteld heeft, dat hij het zand eerst op een hoop heeft latep kruien, om het later weer te doen uitsprei- den, teneinde de werkgelegenheid te verhoogen. De heer Disselkoen kan zich zeer goed voorstellen, dat het bedrag van f 2500.een schatting is, doch van den anderen kant is het toch niet de eerste keer dat dergelijke werken in werkverschaffing worden uif- gevoerd. Tal van complexen zijn op deze wijze uit- gevoerd. Toen hier eenige weken geleden het vraagstuk van arbeid voor steun aan de orde werd gesteld, heeft men, althans spreker toch zeker niet verwacht! dat de financieele nadeelen daarvan zoo groot zouden zijn, als nu blijkt, terwijl hij de mededeeling van den heer Jonckbloedt op dit punt zeer bedenkelijk moet noemen en niet hoopt, dat ook deze meening bij het dagelijksch bestuur bestaat. Spreker is nog niet bevre- digd door het antwoord, dat op zijn vragen is gege- ven en daarom zou hij alsnog aan Burgemeester en Wethouders willen verzoeken om aan den Raad nadere gegevens over deze cijfers te verstrekken. De heer Van der Erf merkt op, dat men van mee- ning zou kunnen zijn, als zou deze ongunstige wending het gevolg zijn van de nieuwe wijze van werkver- schaffing. Spreker meent ecliter, dat bij de vroegere methodes van werken in werkverschaffing dezelfde verhouding in de cijfers aanwezig was. Het verschil komt hieruit voort, omdat men in de werkverschaffing arbeiders plaatst uit een geheel ander bedrijf afkomstig als waarvoor zij aan het werk worden gezet. Indien bijvoorbeeld bij dit werk werklooze grondwerkers te werk werden gesteld, dan zou het verschil zeker niet zoo groot zijn. De heer Dr. Droog, Wethouder, is gaarne bereid om aan den heer Disselkoen nadere uitleg te geven ook hij is wel een beetje verbaasd over dit verschik

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 14