25 Januari 934. 21 dat „bij deze regelingen echter op zooveel omstandig- heden moet worden gelet, dat een rustige overweging van deze uitgebreide stof noodzakelijk ia". Er blijkt dus een weinig licht te zijn gekomen, indien spreker de stadhuis-taal tenminste een beetje begrijpt. In ieder geval, het is een prachtig opgesteld stukje en spreker hoopt nu alleen maar, dat Burgemeester en Wethou- ders een beetje snel overwegen en zou hen daarom willen adviseeren om de rustige overweging wat te versnellen. De heer Rijkes voelt ook iets voor de consequentie van den heer Van Unen, maar zegt, dat het toch zeker niet de bedoeling zal zijn om te wachten, totdat die aanpassing van de salarissen en loonen aan de alge- meene normen imperatief zal zijn voorgeschreven. De heer fhr. van de Poll, Wethouder, acht het niet noodig, om op deze vragen een antwoord te geven. Het standpunt van het College, dat de zaken ernstig bekijkt, acht hij voldoende bekend. Hij vindt het niet juist van den heer Van Unen, om deze zaak belachelijk te maken. Bij de behandeling van de gemeente-be- grooting heeft spreker reeds gezegd, dat hij de sala- rissen en loonen hier aan den hoogen kant acht. Er wordt niet gewacht op een bevel van hoogerhand, docli wel wll het College alle factoren kennen, die op een herziening van de salarissen en loonen van invloed kunnen zijn. Zoo wordt bijv. ook gekeken naar hetgeerj andere College's doen. Heemstede had, in tegenstelling met andere gemeenten, een begrooting die sloot, 'zon- der dat de belastingen behoefden verhoogd te wqrden. De gemeente is door haar ligging en haar levensom- standigheden door Gedeputeerde Staten in een hoogere ldasse geplaatst als waarin zij feitelijk volgens haar zielental thuis hoorde. De Raad heeft zich daarmede altijd kunnen vereenigen. In Januari 1933 was het zielental zoodanig toegenomen, dat de gemeente in een hoogere klasse kon geplaatst worden. De Raad, zegt spreker, had een voorstel hiertoe zonder twijfel aan- genomen, doch Burgemeester en Wethouders meenden, daartoe, in verband rnet de tijdsomstandigheden, niet te moeten overgaan. Ook dit feit in aanmerking ge- nomen, meent spreker dat het thans meer op den weg van den Raad ligt, om aan Gedeputeerde Staten te adviseeren, niet tot pensioensverhaal, noch tot salaris- korting over te gaan. De heer Van Unen begrijpt niet, hoe Wethouder Jhr. van de Poll heeft kur.nen denken, dat hij de zaak

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 21