25 Januari 1934.
23
verkeerd, zoo iemand weer in te schakelen in het ge-
meentelijk verband. Menschen, die den pensioengerech-
tigden leeftijd hebben bereikt en op dien grond zijn
ontsiagen, moet men niet in een ander verband weer
benoemen, doch daarvoor moet men degenen nemen,
die nog door het leven moeten. Spreker zou na deze
herbenoeming dan ook geen per.sioengerechtigd arts
meer willen benoemen en acht het bovendien verkeerd,
dat de controleerend gemeentearts tevens de behande-
lende geneesheer is van degenen, die hij ambtshalve
moet controleeren. Gaarne zou hij zien, dat ook de
Raad zich over deze kwestie wilde uitspreken.
De heer Audretsch zegt, dat hoewel men den pen-
sioengerechtigden leeftijd heeft bereikt, dit nog geens-
zins behoeft mede te brengen, dat men zijn practijk
niet goed meer kan waarnemen. De benoeming van
Dr. Colenbrander als controleerend gemeente-arts be-
schouwt spreker als een blijk van waardeering voor
hetgeen deze medicus voor de gemeente heeft gedaan.
De heer Attema kan zich bij de woorden van den
heer Audretsch volkomen aansluiten. Dr. Colenbrander
is inderdaad een zeer kundig medicus, die al zijn tijd
kan geven aan zijn functie van controleerend gemeente-
arts en die bovendien volkomen objectief kan öordee-
len. Bovendien zullen de kosten voor de gemeente
belangrijk hooger zijn, indien een jong medicus zou
worden benoemd.
Mevrouw Venhuizen is het volkomen eer.s niet den
heer Disselkoen en is ook van meening, dat jonge
artsen meer in aanmerking komen dan Dr. Colenbran-
der. Spreekster acht het niet juist, om voor deze
functie een medicus te benoemen, die zijn practijk
heeft neergelegd. Spreekster zou dan ook in overwe-
ging willen geven, om voor het volgend jaar een ander
medicus te benoemen.
De heer Van der Linden is ook van meening, dat
er een tijd van komen en een tijd van gaan is. Spre-
ker zou dan ook graag zien, dat gebroken werd met
de gewoonte, oin pensioengerechtigde ambtenaren
wederom in dienst der gemeente te benoemen.
De heer Rijkes is het ook eens met de opmerkin-
gen van den heer Disselkoen, bij wien het niet gaat
om den persoon van den heer Dr. Colenbrander, doch
orn het verkeerde systeem.
De heer Dr. Drcog, Wethouder, zegt, dat een con-
troleerend geneesheer een heel andere functie heeft
dan een behandeler.de geneesheer. Een medicus, die