25 Januari i 934. 24 65 jaar is, kan beter geschikt zijn om te controleeren dan een jong arts. Hij behoudt die geschiktheid in het algemeen zelfs wel tot zijn 70e jaar. Verder heeft Dr. Colenbrander nu inderdaad allen tijd om zich aan deze functie te wijden. Spreker is er daarom van overtuigd, dat het zelfs een groot voordeel geeft om hem in die functie te benoemen. De \oorzitter voegt hieraan toe, dat inderdaad dit systeem niet zoo ongeschikt is. Een medicus, die vanwege zijn Ieeftijd de practijk heeft neergelegd, beschikt ontegenzeggelijk over veel ervaring. Dat Dr. Colenbrander deze functie voor de gemeente voor f-500.— per jaar wil waarnemen, is bovendien zeer lofwaardig. De heer Disselkoen zal zich over de technische zijde van deze zaak r.atuurlijk niet rr.et Dr. Droog in debat wagen. Wethouder Dr. Droog spreekt als medicus spreker als patiënt. Spreker heeft hooren zeggen, dat een arts op leeftijd beter kan controleeren dan een jong arts. Dan is het zeker gevaarlijk om zich door een jong arts te Iaten behandelen, want behandelen is in ieder geval gevaarlijker dan controleeren. Spreker heeft echter nog niet vernomen, hoe of het College er over denkt om de functie van controleerend en behandelend geneesheer in één persoon te vereenigen. Spreker bedoelt hiermede zoowel de fonds-, als de particuliere practijk. De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt hierop, dat de heele medische stand het er mede eens is, dat deze cqmbinatie ongewenscht is te achten. Wanneer dan ook ooit een ander benoemd wordt, zou spreker er veel voor gevoelen om te zeggen, dat de contro- leerend arts geen practijk mag uitoefenen onder dege- nen, die hij eventueel krijgt te controleeren. De heer Disselkcen heeft deze zaak echter zoo rauwelijks hier ter sprake gebracht, dat spreker wel wil zeggen, dat men zijn standpunt niet als een absolute instemming met hetgeen de heer Disselkoen gezegd heeft, moet beschouwen. Over een dergelijk vraagstuk moet men eens evtn nadenken. Spreker hoopt evenwel, dat de benoemirg van een opvolger van Dr. Colenbrander voorloopig nog niet aan de orde zal behoeven te komen, Als het eenmaal zoo ver is, zal spreker deze zaak zeker onder de oogen zien en overwegen. De heer Disselkoen zegt, door dit antwoord volko- men tevreden te zijn gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 24