22 Februari Î934. principieel te behandelen. Dezelfde vraag, die hij thans wil stellen, heeft hij ook in de Commissie van Overleg gesteld en is wel deze. Waarom ontbreekt in het Ambtenaren-reglement de bepaling, dat aan den ge- huwden ambtenaar, die in concubinaatgaat leven, ont- slag moet worden verleend, terwijl die bepaling voor de gehuwde ambtenares wel bestaat De Duitsche wetgeving is op dat punt veel principiëeler. Als men een reglement maakt en spreker zal dit graag respec- teeren, omdat hij het gezag van den Minister wil handhaven, dan moet men het goed doen. De Wet- houder zou deze vraag in de vergadering van Burge- meester en Wethouders bekijken en gaarne zal hij dan °°k op deze vraag een positief antwoord ontvangen. Voorfs heeft spreker ook in zijn algemeenheid be- zwaar tegen het ontslag aan de gehuwde ambtenares, aatrgezien de gehuwde ambtenares ook in haar huwe- Iijk kostwinster kan zijn. Het geval kan zich n.l. voor- doen, dat zij vôör haar huwelijk doch ook in haar huwelijk voor haar ouders moet zorgen. Voor die vrouw is het toch zeker niet noodig haar te ontslaan. Hierop zou rnen den Minister attent kunnen maken, want zuiks ligt toch niet in de tendenz van dezen tijd. De heer Van den Heuvel antwoordt hierop, dat het de bedoeling van den wetgever is geweest, om voor het ontslag het concubinaat gelijk te stellen met het huwelijk, doch niet om op te treden in de concubinaat- kwestie. Wat de andere opmerking van den heer De Tello betreft, zegt spreker, dat de mogelijkheid die door hem werd voorgesteld, zeer zeker aanwezig kan zijn, doch dat men den grooten regel heeft willen volgen. Spreker kan deze maatregel volkomen toejui- chen; de gehuwde vrouw hoort in het gezin thuis. Mevrouw Venhuizen merkt op, dat dit onderwerp voor haar inderdaad zeer belangrijk is. Indien zij daar- over echter het woord zou voeren, dan zou dit voor haar een gemoedsuiting beteekenen en daarvoor wil zij de heeren sparen. Spreekster gevoelt zich, gezien de tijdsomstandigheden, te verstandig, om over dit onderwerp thans het woord te voeren. De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, datde heer Van den Heuvel de vragen van den heer De Tello reeds voldoende beantwoord heeft, De vrouw, die in con- cubinaat leeft mag geen voordeel worden verschaft boven de vrouw die gehuwd is. Aan de tweede op- merking heeft de Minister wel degelijk gedacht, het-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 10