22 Februari 1934. 32 bodig, zegt spreker, er over uit te wijden, dat deze slooten vervuild zijn. Het College heeft daarom dan ook gemeend, zijn best te moeten doen, om in dezen toestand verbetering te brengen. Het gedeelte van de sloot, dat gelegen is ten Westen van de Javalaan is het meeste vervuild en is niet van den publieken weg af zichtbaar, noch bereikbaardit gedeelte is gelegen op zoogenaamd inpandig terrein en wordt verontrei- nigd door de bewoners zelf. In ieder geval bestaat er geen aanleiding voor de gemeente, om de kosten van demping van deze sloot voor hare rekening te nemen. Er is getracht om de eigenaren van de sloot daartoe over te halen. Zoo is aan de 4 eigenaren van die sloot een brief geschreven. Iedere eigenaar verklaarde zich in principe bereid tot medewerking aan het dem- pen van de sloot, doch toen het aankwam op de dubbeltjes, waren er in eens bezwaren. Een, eigenaar moest voor die demping een bedrag van f 600.be- talen, een andere eigenaar f250.en de overige twee eigenaren ieder f 150.—. Een derlaatstbedoelde eigena- ren was bereid om die bijdrage te betalen, mits de anderen daartoe ook bereid waren, docli de rest had er geen zin in. De N.V. Bouw- en Administratie My „Dilecta" te Amsterdam verklaarde zich bereid, voor het schoon- maken der sloot te zorgen, zoodra de weersomstan- digheden zulks toe zouden laten. Voorts heeft het College overwogen, om het Hoogheemraadschap van Rijnland op deze sloot opmerkzaam te maken. terwijl politietoezicht misschien ook iets vermag. Er is dus wel eenig resultaat bereikt, waarover men tevreden kan zijn, doch overigens moet men het er bij laten. De gemeente kan er verder niets aan doen, omdat zij de eigenaresse van die sloot niet is. De heer Rijkes zegt, dat het hier niet alleen gaat om de vervuiling van deze sloot, doch dat die sloot en andere slooten ook een rattenplaag te voorschijn heeft geroepen. Indien de eigenaren er niet over den- ken om die sloot te dempen, kunnen zij, naar spreker meent, toch wel geforceerd worden, om die sioot zoo goed mogelijk schoon te houden. De politie mag er toch wel bijkomen. Eenige verandering moet er komen, al zou men de politie opdragen regelmatig daar te surveilleeren. De toestand is daar werkelijk onhoud- baar. De heer Dr. Droog, Wethouder, is het in beginsel wel eens met den heer Rijkes, docli het is zoo moei- lijk om de overtreding te constateeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 5