26 April 1934.
74
vaardigen, teneinde daarmede den winkelstand te be-
schermen. Dit verzoek is toen in onderzoek genomen,
doch tot heden is daarop nog geen antwoord geko-
men. Nu blijkt echter, dat Burgemeester en Wethouders
slechts gevoelen voor een beperkt ventverbod. Spreker
zou deze beperking echter graag zien teruggenomen
en veranderd in een algemeen ventverbod. Het is niet
zijn bedoeling, dientengevclge het venten te verbieden,
doch wel afhankelijk te stellen van een schriftelijke
vergunning van Burgemeester en Wethouders.
De heer De Tello zegt, dat een zoo groote uitbrei-
ding van het ventverbod op den duur een gevaar zou
gaan beteekenen voor den middenstand. Er zijn tal
van winkeliers, die naast de uitoefening van het win-
kelbedrijf, ook nog venten. Spreker wijst in verband
hiermede op het rnelkbedrijf en den groentenverkoop.
Er moet wel degelijk onderscheid gemaakt worden
tusschen de bedieningswijze van de winkeliers en het
venten als bedrijf. Spreker meent, dat voorshands niet
zonder meer moet worden overgegaan tot een alge-
meen ventverbod. Verder verwijst hij naar de toelich-
ting, waarin Burgemeester en Wethouders nrededeelen,
slechts bij uitzondering een vergunning te verleenen.
Naar spreker's gevoel mag men het den gemeentenaren
tcch niet verbieden, dat zij op een eerlijke wijze
een stukje brood trachten te verdienen door bijv. met
jjs te venten. Wel gaat hij er mede accoord, dat
Burgemeester en Wethouders geen vergunning verlee-
nen aan inwoners van Amsterdam en IJmuiden, om
hier te venten. Dat kan natuurlijk belet worden, maar
niet kan men het venten van de eigen inwoners be-
letten. Daar komt nog bij, dat als de ijs-exploitanten
hier willen laten venten, zij verplicht zijn, om ingeze-
tenen uit Heemstede daarvoor in dienst te nemen.
Vervolgens zegt spreker bezwaar te hebben tegen de
wijze waarop het tweede lid van artikel 67a is gere-
digeerd. Er staat in dat artikel n.l. niet vermeld, wie
de sterke drank niet bij zich mag hebben. M.a.w., als
iemand een halve kruik jenever in zijn zak heeft en
er wordt op dat oogenblik gevent, dan is degene, die
die jenever bij zich heeft, er bij. Het is noodzakeiijk,
zegt spreker, de redactie te wijzigen.
De lieer Rijkes zegt, dat, indien hij de heeren Van
Lent en De Tello goed begrepen heeft, het hun be-
doeling is, om het ventverbod even uit te breiden.
Dit zou heel gemakkelijk kunnen geschieden met een
kleine wijziging van artikel 67, door de met name